'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
164 Brussel, 25 augustus 1917Brussel, 25 Aug. 1917
Waarde Vriend, Sabbe laat mij zeggen dat gij ontevreden zijt omdat ik elders een boek uitgeef terwijl ik er een bij U onder pers heb, waar gij niet al de copy in hande van hebt.Ga naar voetnoot1 Mag ik U op mijne beurt mijne verwondering uitdrukken over het feit dat verscheidene brieven, waarin ik om verdere proef van dat boek verzocht, nooit antwoord waardig werden gekeurd;Ga naar voetnoot2 dat ons onrechtstreeks werd bekend gemaakt dat op dit oogenblik aan geen uitgeven kan worden gedacht; maar dat ik niet te min verscheidene boeken, als bij u moetende verschijnen, aangekondigd zie? Wat aan copy voor ‘de Bestendige Aanwezigheid’ ontbreekt ligt sedert maanden te wachten. Ik stuur het u op zoodra ik nieuwe drukproeven ontvangen zal hebben. Bedenk toch dat wij van vóór den oorlog met het drukken daarvan bezig zijn, - zonder dat gij u op papierschaarschte beroepen kunt, aangezien gij sedert dien en nu nog uitgeven blijft. - Dat ik intusschen heb voortgewerkt, en mijn arbeid gaarne vruchten zie dragen: hoe komt gij ertoe, mij dit kwalijk nemen? Dat ik u die nieuwe boeken niet aanbood, wát natuurlijker, als ik zie dat gij ‘de Best. Aanw.’ al dien tijd voor werk van anderen stop zet? - En tusschen haakjes: ik vraag mij af wat daar weêr mag achter zitten, welke nieuwe laster, welke onzinnige praatjes?... Zend mij, ik bid er u nogmaals om, verdere proeven, en gij krijgt omgaand het ééne stuk dat ontbreekt. Intusschen met vr. gr. Uw Karel van de Woestijne |
|