'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 198]
| |
165 C.A.J. van Dishoeck aan Karel van de Woestijne. Bussum, 6 september 1917Ga naar voetnoot1Bussum 6-9-17
V.d. Woestijne Ge hebt mij wel veel verdriet gedaan met dezen laatsten brief en ik word er wanhopig onder en begrijp U niet. Reeds 3 jaren wacht ik nu op de rest dier copie en U hebt eenige malen geschreven waarom het ging en ge wilt het maar niet begrijpen of ontvangt nooit eenig schrijven van mij. Zie hier dan nog eens. Ik heb papier, nog mooi papier voor dat boek ‘De bestendige aanwezigheid’, wat ik in der tijd dacht dat genoeg was. Nu moet ik mijne oplage bepalen naar gelang van het aantal vellen dat het wordt en ik weet nog maar altijd niet hoeveel dat restant is. Ik kan dus geen enkel vel afdrukken alvorens de oplaag te kunnen vaststellen en meer proeven maken alvorens vorige vellen afgedrukt zijn is onmogelijk omdat de drukker geen letter meer daarvoor disponibel heeft. Is het u nu duidelijk en begrijpt ge nu hoe ge mij zoo iets kunt schrijven. De eerste drie vellen heb ik daarenboven nooit teruggekregen voor afdrukken en ik zend ze nogmaals. Ik zond ze U October verleden jaar of vorig jaar, ik weet niet meer. Ik heb van 't andere verzameld wat ik zag maar de ‘Omzettingen’ heb ik er nog maar twee gezien, verzen in ‘de Gids’, en in Elzevier iets uit ‘Het Gelaat des dichters’.Ga naar voetnoot2 Dat is alles wat ik heb. In 't begin van den oorlog heb ik gemeend dat 't veel beter was arme vluchtelingen te verzorgen wat ik met m'n heele ziel en lichaam deed en nog doe, dan boekjes uittegeven.Ga naar voetnoot3 Nu zijn de drukkerijen hier verdriedubbeld, de papierprijzen idem enz. enz. en ik mis nog zoo goed als geheel den afzet in Vlaanderen. En toch gaf ik geregeld uit van Buysse, van Sabbe, van Jozef Muls en ook van U zou ik uitgegeven hebben geregeld als ik 't gehad had.Ga naar voetnoot4 Buysse, Sabbe, en U zijn de drie die ik durf uitgeven hier in deze tijden. Ik heb vele boeken in die jaren afgegeven, véél Vlaamsche voor alle goede doeleinden, geschenken en voor heel lage prijzen.Ga naar voetnoot5 Zoodat ik nu Janus heb herdrukt en zelf gecorrigeerd, letter voor letter en komma voor komma controleerde. 't Is ten minste bijna gedaan en zal U een paar exempl. zenden als 't er is.Ga naar voetnoot6 Als ge me omgaand opgeeft - of beter nog de copie zendt, hoeveel vel 't ontbrekende wordt gaat de Aanwezigheid dadelijk verder. Dat ik niet uitgeef is dwaze praat. Ik kan niet alles uitgeven nu met die verdriedubbelde prijzen en veel meer. Een roman gaat nog, ofschoon het ook moeilijk is. Teirlinck vroeg me een bundeltje een-acters waarvan ik copie moest vragen o.a. aan Rooyaards,Ga naar voetnoot7 ik heb | |
[pagina 199]
| |
dat gevraagd maar nooit zelfs antwoord gekregen van hem. En dan is zoo iets toch onmogelijk nu. Een bundel losse vertellingen vroeg Toussaint, wel dat kan toch ook niet, nu, zonder hulp van België. En dank welke prijzen moeten onze boeken nu met deze frank, berekening in België hebben, veel te hoog. Ik heb nu alles gedaan, finantieel ook, wat ge wenscht en ik krijg zulk schrijven. 't Is droevig. Ik word er ziek van! Sabbe heeft U toch wel verteld van m'n werk. Ik heb er nog ± 160 te verzorgen, meest Vlamingen, maar ook Duitsche, enkele kinderen ook. En toch hebt ge wel gezien wat ik al daarbij nog uitgeef. En 't schrijven wordt zoo ontmoedigend. Komt 't er, 't komt er niet. En dan weer geen antwoord. Ik heb eens in 1 ½ jaar, geloof ik niets van je gehoord. Groeten aan HermanGa naar voetnoot8 en Toussaint en leef gezond verder tot 't einde van dezen rampzaligen oorlog, ook voor ons rampzalig. Hartelijke handdruk. Je vriend. |
|