'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd163 Laken, 15 februari 1917Laeken. Brussel, 15 Februari 1917 13, de Vrièrestr.
Waarde Vriend. Eene jonge Vlaamsche uitgeversfirma met durf en draagkracht wil o.a. een bloemlezing uitgeven - éen 10tal vel druks maar - van mijne gedichten uit ‘Verzen’ en ‘De Gulden Schaduw’.Ga naar voetnoot1 Zij verzoekt mij U daaromtrent te schrijven en toelating te vragen. De uit- | |
[pagina 196]
| |
gave zou goedkoop zijn, voor verspreiding vatbaar, en is, meen ik, juist op dit oogenblik gewenscht: er wordt thans meer gelezen dan in gewonen tijd, zelfs verzen, en zelfs mijne verzen. Zoo'n boekje zou een soort inleiding kunnen zijn tot de volledige uitgaven, de uwe. Er bij verliezen zoudt gij dus zeker niet, - althans naar mijne opvatting. Ik zou trouwens in het voorwoordje dat men mij vraagt wijzen en drukken op de bundels waaruit geput is, met vermelding, natuurlijk, van uw naam als uitgever. Mij lacht het plan toe. Er ontbreekt alleen nog Uwe instemming. Kunt of wilt gij die geven? Ik zou U voor een spoedig antwoordje, waar ik durf op aandringen, dankbaar zijn. Gij kunt schrijven langs den weg der drukproeven: dat gaat vlug en zeker. Ik hoop dan ook, u over enkele dagen te lezen.Ga naar voetnoot2 Intusschen, met hartelijken groet, Uw dw. Karel van de Woestijne
Christophorus, 1926.
|