'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |||||||||||||||
160 Laken, 8 augustus 1916Laeken, de Vrièrestraat, 13, 8 augustus 1916
Mijn waarde Vriend, Hierbij de drukproeven van vellen 1,2 en 3 van ‘De bestendige Aanwezigheid’ terug. Dat zij zoolang wegbleven heeft een heele geschiedenis, die ik U weleens vertel bij gelegenheid. 't Voornaamste is: gij hebt ze terug. Ik zal zeer blijde zijn, revisie en vervolg te krijgen, liefst zooveel vellen mogelijk in eens, en aan het gekend adres (K.v.d.W., durch Vermittlung des Herrn Schröder, Pressezentrale, Brüssel, p/a. Dr. Alberti, Kais. Deutschen Gesandtschaft, im Haag). Ik zal verzoeken dat het mij spoedig gewordt, en dan gaat het ook spoedig naar u terug. - Dan doe ik er tevens het slotstuk bij, en wat ik bezit aan copy voor het bundeltje ‘Omzettingen’, waar ik U reeds over sprak. Ik ontving van u de afleveringen Januari, Maart en April (Februari niet) van het ‘Bulletin Mensuel des nouvelles publications Françaises’ van Le Soudier.Ga naar voetnoot1 Verder niets meer. Mag ik U vragen, bij ontvangst het overige te sturen? (De ontvangen boeken moet, naar ik verneem, de directie der N.Rott.Ct. hebben betaald.) Wil, s.v.pl., voor mij verder bestellen:Ga naar voetnoot2
Deze twee laatste boeken zijn voor den heer Obreen.Ga naar voetnoot15 Wil dit, a.u.bl., bij inleve- | |||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||
ring der rekening aan N.Rott.Ct., vermelden. Wil mij ook laten sturen: Alf. de Vigny: Poésies Alf. de Vigny: Journal d'un poète (Lemerre. Collect. Elzévirienne)Ga naar voetnoot16 Ziedaar voor het zakelijke. Nu wilde ik u nog vertellen, dat ik onlangs mijne ‘Laethemsche brieven over de Lente’ heb herlezen, die in 1901 of 1902 verschenen zijn in ‘Cosmos’; weet gij dat nog? - Nu bestaat daar geene uitgave als boek van (tenzij in de Flandria-bibliotheek, trouwens al lang uitverkocht, vermoed ik; het ding is overigens mijn eigendom). Ik zou het spijtig vinden dat dit eerste prozaschriftje van mij, waar ik en mijne vrienden van houden, en dat het natuurlijk commentarium uitmaakt van ‘Het Vaderhuis’, geheel verloren zou gaan. Daarom heb ik gedacht: indien wij daar een uitgavetje van maakten (liefst een luxe-dingetje: het is geen vijftig bladzijden lang, zoodat het niet veel kosten zou)? Ik zou er drie lijnen inleiding en een sonnet bij schrijven. Honorarium zoudt gij zelf bepalen: ik leg er mij bij voorbaat bij neer. Het zou trouwens gedekt worden door een inschrijving der regeering, en zelfs de drukkosten. Wat zegt gij daarvan? Als Sinterklaasgeschenk zou dit wel geschikt zijn!... De tekst vindt gij wel terug: ik heb hem trouwens te uwer beschikking.Ga naar voetnoot17 En à propos van regeering: hoeveel exemplaren ongeveer zijn er nog van mijn ‘Janus’? Men maakt hier in Brussel een lijst op van de voorraden voor de Volksbibliotheken, waar de bestellingen voor bestemd zijn. Ik weet dat er spraak is van eene nieuwe ‘Janus’-bestelling. Gij hebt mij anderdeels vóór den oorlog gezegd, geloof ik, dat het boek moest herdrukt worden (of vergis ik mij?). In dit geval kan ik voor eene bestelling zoo goed als zeker instaan... Ook hierover vernam ik gaarne iets van u.Ga naar voetnoot18 Daarmeê ben ik weêr eens uitgepraat. Niet dat ik niet nog heel veel te vertellen heb. Maar ik moet mij kunnen beperken, en deze brief is al lang genoeg en geeft u de handen vol werk. Hier gaat alles naar omstandigheden betrekkelijk goed. Wij hopen dat het u en de uwen nog beter gaat. De vrienden hadden het onlangs over u, en verzochten mij U bij gelegenheid te groeten. Hiermede is het gedaan. Ik hoop op een spoedig antwoord, en blijf intusschen uw verkleefde Karel van de Woestijne | |||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||
Te Zwijnaarde, 1926. Staand v.l.n.r. Paul van de Woestijne, Mariette van de Woestijne, Nora de Bom, Madeleine Roelants-van Hende met dochter en Maurice Roelants; zittend v.l.n.r. Van de Woestijne, Cyriel Buysse, Joris Eeckhout, Lily van de Woestijne en Em. de Bom. (Foto Edgar Barbaix; collectie Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen.)
|
|