'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd157 Laken, 10 december 1915Laeken, 10 December. 13, de Vrièrestraat.
Waarde Vriend. Ik ontvang daareven Uw briefkaart van 22 November, die mij verheugt. Alles is dus in orde, en ik ben er U zeer dankbaar voor, - ook voor Uw aanbod, waar ik bij gelegenheid erkentelijk gebruik van maken zal.Ga naar voetnoot1 Gij zult in ‘Elseviers’ mijne ‘Vijf Zinnen’ gelezen hebben (in Nov. en in Oct.), en | |
[pagina 186]
| |
ik hoop, dat het werk U bevalt.Ga naar voetnoot2 Te dezer gelegenheid wilde ik U vragen, of wij met ‘De Bestendige Aanwezigheid’ niet onder pers zouden gaan? Gij hebt in Uw bezit: de inleiding, en nu die ‘vijf zinnen’, die het boek openen. Ik kan U onmiddellijk de ‘drie heiligen’ sturen, die daar op volgen. Blijft dan nog: ‘de Arme Hendrik’, dat ik laat overtikken en, naar ik hoop, aanvang-1916 in tijdschrift verschijnt. Ik kan er U intusschen een afschrift van bezorgen. Aldus zouden wij kunnen verschijnen met Paaschen (einde-April). Zoudt gij daar bezwaar tegen hebben? - De proeven zouden mij in groote pakken kunnen worden gestuurd aan het u-bekende adres voor de boeken:Ga naar voetnoot3 daar alles kan worden gezet op gedrukten tekst, zal dat verbetering zéér vergemakkelijken. Wat dunkt U?... Ik zit verdiept in literatuur: ons eenig heul, en redding tegen de doodende verveling. En dat ik er dan ook aan denk, weêr met een boek voor den dag te komen, na twee jaren, zult gij kunnen begrijpen... De post gaat weêr meer geregeld, naar ik merk. Heel graag zie ik dan een briefkaart van U te gemoet. Met vriendelijkste groeten en warmen handdruk, steeds Uw Karel van de Woestijne.
P.S. Ik heb gisteren de boeken gekregen. Hartelijk dank!Ga naar voetnoot4 |
|