'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 171]
| |
146 Laken, 24 januari 191424 Januari.
Waarde Vriend. Mag ik U herinneren aan mijn brief van voor enkele dagen, en u nogmaals vragen rond welken tijd ‘Interludiën II’ op de markt komt? Gebeurt dit eerst in April of zoo, dan kan ik ‘De Stierendief’ nog naar een tijdschrift inzenden, hetgeen mij wat geld opbrengen zou en misschien voor de uitgave-zelf zoo slecht niet zou zijn (wij zetten dan onderaan in eene nota: ‘Uit Interludiën II, verschijnt eerlang bij C.A.J. v. D). Gij zoudt mij met een spoedig antwoordje ten zeerste verplichten. Het boek zal nu wel heelemaal afgedrukt zijn, naar ik vermoed. Ik hoop dan ook ten zeerste, het in den loop der volgende week te ontvangen (drie exempl. Interludiën II en twee exempl. Interludiën I). De boeken moeten ingezonden zijn tegen 2 of 3 Februari. (Op 4 Februari 's avonds wordt de wedstrijd afgesloten. Hoe eerder wij zen-
De bestendige-aanwezigheid, 1918.
| |
[pagina 172]
| |
den, hoe beter dus.) Wilt gij mij ook even den verkoopprijs van ‘Interludiën II’ melden, voor het Ministerie? Gij zoudt er mij zeer dankbaar voor vinden. Ik ken de samenstelling van de Jury voor den Beernaertprijs, maar... mag hem niet vóor 5 Februari mededeelen.Ga naar voetnoot1 In elk geval is hij voor mij zeer goed. Ik begin te hopen dat ik den prijs krijg. Hij zou mij goed te stade komen om een paar ontwerpjes te verwezenlijken, die ik sedert lang koester. Intusschen zit ik met bronchitis en rheumatiek, dank zij dezen prachtigen winter. Met vr. groeten en hoop op omgaand antwoord, t.t. Uw Karel van de Woestijne
Kan het niet anders, dan geven wij ‘De Stierendief’ niet in een tijdschrift. Al zou het mij spijten. Enfin, doe wat gij het beste acht. |
|