Een bundeltje lyrische gedichten(1936)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Over de zee hangt matelijk te tampen... Over de zee hangt matelijk te tampen een zoele en droeve klokke door den mist. De dag is zonder klaarte en zonder lampe. Hij, die zijn hart bezit, weet wat hij mist. Een stemme galmt, en ieder loopt verloren. Ik loop alleen. En 'k weet dat duizend zijn die naast me dragen door te dichte smooren 'lijk al te volle teilen melk hun pijn. Ga niet terug: gij zult den weg niet vinden. Gisteren, morgen, en eenzelfde klacht. De mist-klok zingt onzichtbaar-manend in den dag-witten nacht. (God aan Zee.) Vorige Volgende