Een bundeltje lyrische gedichten(1936)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Ik vraag den vrede niet... Ik vraag den vrede niet: ik vraag alleen de rust. - o Teedere avond-glans der lippen en der lampen, als de eêle nacht ontrijst aan lage dage-dampen: wanneer wordt van uw zuivren gloed mijn angst gesust? De schroeiige oogen koel tot kalmen droom gekust; gebluscht het zwoele bloed van 't dagelijksche kampen; en, waar ter slaap de laatste zorgen trager tampen, de Liefde en 't Leed verzoend tot één weemoed'gen lust... - o Teedere avond-glans der lampen en der lippen... - Maar gij, mijn harde geest, die stoot aan alle klippen vergééfs een onwil waar geen genster aan ontschampt... - Ik vraag den vrede niet: ik vraag alleen te poozen; ik vraag alleen de rust die, maagdelijke roze, gelijk de maan den moeden dag ontrijst, die dampt... (De Modderen Man.) Vorige Volgende