Een bundeltje lyrische gedichten(1936)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Ik heb een vrouw, ik heb een kind... Ik heb een vrouw; ik heb een kind; en 'k heb in 't harte harde zorge... o Kommer-knagen voor wie mint, te weiden aan den dag van morgen. - Ik sla de zware netten uit en berg in 't roerig moer de fuiken; maar, vóor de hoop op weel'ge buit, zie 'k drabben uit de drasse duiken. Soms komt, voor diepre schoonheid borg, me een water-roos heur blaêre' ontvouwen... o Knagen van mijn harde zorg; - maar 'k heb een kind, en 'k heb een vrouwe. (De Gulden Schaduw.) Vorige Volgende