Een bundeltje lyrische gedichten(1936)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Mijn harte... Mijn harte, 'lijk het wuivig pluis der dichte vachten, op de ure dat moede avond neigt naar bleeken nachte, dat de aarde trage golft van schapen, en 't gedein der kudde en van een herder-fluite zoete zijn; - aan elke doornen-haag een wuivig pluis gebleven, en... - - God: ziehier mijn hart, ziehier dit moede leven, gerafeld te Uwen wille als een geplukte vacht; - maar laat me voelen, dat een warme stal me wacht... (De Gulden Schaduw.) Vorige Volgende