Een bundeltje lyrische gedichten(1936)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Zie, ik ben niet, dan uit uw hand geboren... Zie, ik ben niet, dan uit Uw hand geboren, een appel die, gerijpt, Gij vallen laat. Mijn geur vulde eens een duistre honig-raat. Thans ga 'k me-zelf in de eigen vrucht verloren; Maar 'k weet dat Gode niets verloren gaat. Ik ken het nut van bloeien en van sterven. ik heb bedwellemd, God, en 'k heb gevoed. Thans ben 'k die, beursch-verdorven, derven moet. Doch Gij voorziet mijn eeuwig-daauw'ge verve ten boom-gaard, waar Ge me eindloos geuren doet. (God aan Zee.) Vorige Volgende