De Lantaarn voor 1800
(1800)–Pieter van Woensel– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
Bonaparte in Italiën.Men heeft voor lang een Vertaaler vergeleeken bij een Kruijer. In het tegenswoordig geval vooral niets meer willende zijn, en de boodschap laatende voor reekening van mijn patroon, zo laat Mijn Heer E. Luzac u zijn dienst presenteeren, en laat u weeten, dat: ‘Het saisoen gaat al voort; wij zijn reeds in het hart van den zomer; en de onzekerheld over het lot der volkeren blijft altoos dezelve, als in 't heetste van den oorlog. In Italiën, en in alle de aangrenzende landen, volgen de Revolutiën elkander met eene snelheid, geëvenredigd aan de werkzaamheid van hen die 'er het brandpunt van maaken: overal ziet men 'er staatkundige chaos, nog te verward, dan dat men zedert twee maanden verre gevorderd zoude schijnen, om die te ontwarren: Bonaparte beschikt, bestiert, wijzigt, uit zijn bekoorlijk verblijf te Montebello, een zeer fraai kasteel by Milaan, het geheel zamenstel der Republieken, aan welken hij het aanweezen geeft in Italiën, met eene meer onbegrensde macht, een nadrukkelijker gezag, dan | |
[pagina 10]
| |
als of hij reeds in weezenlijkheid de Protector of de Dictator van dat schoone deel van Europa was. Het zou onrechtvaardig zijn, te willen schijnen geloofwaardig te maaken de denkbeelden van hen, die hem van dit ogenblik af verdenken van oogmerken, die niet verre zouden loopen van een dergelijk doelwit. Dan voor 't minste is 't waar, dat nimmer eenig Veld Overste, na den beruchten Wallenstein , zich onder dien tijtel nader aan de Souverainiteit bevondt; dat nimmer eenig Commandant en Chef van een sterk leger in zich alleen met meer nadruk vereenigde alle de machten, Militair, Politiek en Civil, Legislatief en Executief, Monarchaal of Democratisch; eindelijk, dat nimmer Italiën, zedert Julius Caesar , meer onbepaald, zijn lot zag in de handen van zijn overwinnaar. Hier ziet men Bonaparte organiseeren eene Nationaale Garde, daar de tijtels van adeldom, rechten van geboorte en leenroerigheid afschaffen; hier aanzetten het maaken van eene nieuwe Constitutie, daar eensklaps den arbeid der Wetgeeving staaken; hier eene Regeering, een wetgeevend ligchaam vestigen, met eene geheele hierarchie van politieke en civiele amptenaaren, daar ze afzetten, hun afscheid geeven, ze tot zich roepen, hun andere werkzaamheeden geeven; hier zamenstellen, amalgameeren eene Repu- | |
[pagina 11]
| |
bliek, daar ze ontbinden of vergruizen, om ze te verbinden met andere hoofdstoffen; hier dezelve bepaalen, of die paalen uitzetten, daar ze inpalmen; met de eene hand houden den deegen, met de andere de pen, en deeze zomtijds neêrleggen, om den stok te neemen, ten teeken van het oppergezag. De Cispadaansche Republiek verdwijnt; de Transpadaansche gaat uit als een kaars; en de Cisalpijnsche neemt haar plaats. De Republiek van Venetien is niet meer; en het trots Venetiën, even als het keizerrijk van Constantijn , nu niet meer dan binnen de muuren van zijn hoofdstad, smeekt om de vereeniging der steden van het Vaste Land, op welke het voorheen met verontwaardiging neêrzag, en die 't zelve als haaren souverain onderdanig waren. Genua, beroofd van den luister, dien het zijne schatten gaven, is nog gelukkig te vinden in het bestaan, het geen Bonaparte 't zelve gelaaten heeft, overeenkomstig de Fransche snêe, welke hij aan zijne Regeering heeft voorgeschreven, de hoop van niet geheel verdelgd te worden van onder het getal der onäfhanglijke mogendheeden. De koningen van Napels en Sardiniën zoeken, in opöfferingen aan de macht van den overwinnaar van Italiën, en in de subordinatie van hun krijgsvolk, een behoedmiddel tegens 't Revolutionair smet, 't geen | |
[pagina 12]
| |
hen bedreigt. Rome, beroofd van zijne schoonste provinciën, beeft van schrik van vernietigd te zien de weinige macht, die 't nog behoudt, en meent in een maar al te haastigen dood van Pius VI. het einde te zien van 't Opperpriesterlijk gezag. De Infant, Hertog van Parma bestaat, als Vorst, eeniglijk door de bescherming, die Bonaparte hem geeft: Toscanen alleen, als een helderschitterend punt, in 't midden van een donkeren hemel, zwanger gaanden van onweèr, behoudt nog zijne rust en onafhanglijkheid, in weêrwil van de kreuk, welken het in bezit neemen van Livorno, daar aan voor een ogenblik toebragt. - Bonaparte regelt, in zijn 26ste jaar, het lot van Italiën, door orders geschreeven met zo veel overhaasting, dat hij zelve dikwijls moeite heeft die te leezen; zijn leevendig en werkzaam karakter laat hem even zo weinig den tijd van ze duidelijk te schrijven, als eenigen tijd te besteeden aan zijn opschik. Twee van zijne Adjudanten, zeer geschikt voor dat zoort van werk, ontwarren die orders: zij zijn het, die bestendig beezig, onder opzicht van den Generaal der Divisie Berthier , Chef van den Generaal-staf van 't leger van Italiën, zijn met deezen de bewaarders van zijn wil en zijne geheimen; zij zijn het die in order brengen de plans, geschetst door hun mees- | |
[pagina 13]
| |
ter, en die belast zijn met de zorge voor hunne uitvoeringe; zij zijn het, in één woord, die in dienst van een perzoon, van wien men niets wist voor twee jaaren, beter onderricht zijn van 't lot, het geen te verwachten staat voor de onderscheide regeeringen van het Zuiden van Europa, dan Oxenstierna het was van 't lot der Duitsche Vorsten, toen het Rijk bukte voor de macht van Zweeden. - Wij willen niet spreeken van den beslissenden invloed, dien Bonaparte kan hebben in de zaaken van Vrankrijk zelven; noch van het gezichtpunt, waaruit men gezien heeft de onverwachte komst van Dubois-Crancé bij zijn leger; noch van de gesprekken, die men zegt door eenige officieren gehouden, zedert die verschijning, van de noodzakelijkheid van een Veldtocht tegen de Roijalisten in Vrankrijk, noch van 't uitwerkzel deezer gesprekken op den geest der Militairen; noch van de gissingen, waartoe zij aanleiding geeven, enz. Dubois-Crancé en zijne beginzelen zijn genoeg bekend, en wij zullen het aan den tijd overlaaten te bewaarheden de beweegredenen van zijne zending. Wij zullen alleen zeggen, dat de Generaal Bonaparte , te midden van al den luister die hem omringt, geniet een vergenoegen, zoeter dan alle eerbewijzingen en alle gezag; dat, namelijk, om | |
[pagina 14]
| |
zijne Familie rondom zich te zien, en ze te overlaaden met weldaaden. Hij heeft te Montebello eene van zijne zusters uitgetrouwd aan zijn Adjudant Generaal Le Clerc , een officier, uitmuntend in verdiensten en bevalligheid: en hij heeft hem, zo men zegt, een huwelijksgoed van 500 duizend livres, met rang van Generaal de Brigade, aangebragtGa naar voetnoot(*). |
|