De
koffij-huizen zijn, gelijk gij weet, noch meer de toevlucht voor lediggang en berooidheid, dan eene vergaderplaats voor eene gepaste uitspanning.
Eens
('t was omstreeks de aanstelling van
J.B. Ravelli
, tot schoorsteenveger van de Admiraliteit) zittende in 't N. Fransche Koffijhuis, aan de tafel voor aan 't vengster, met eenige oude heeren te spreeken over deezen rampspoed, en zijne gevolgen voor Italiën, gewoon zich te voeden met 't Siciliaansche koorn, beredeneerde hij de voordeelen, die Italiën met deeze nooddruft van hier te voorzien den koopman moest aanbrengen.
De
oude heer
D. Br..n
, aldaar tegenwoordig, liet, zich niets laatende merken, deeze herinnering niet op den grond vallen, maakte 'er gebruik van, en deedt overgroote winsten.
Ondertusschen
worstelde de arme F*** meer en meer met gebrek. Al dikwerf vondt hij ooirbaar tusschen twee en vier uuren, in gezelschap van een stuivers broodje, eene wan-