XXIX. Tijdverspilling.
'Er zijn bij 't Bataafsche Volk liefhebbers van nauwkeurig boekhouden. 'Er zijn 'er die uitgereekend hebben, hoe veel de Nationaale Conventie in 't jaar, hoe veel ieder Zitting aan 't Vaderland koste. 'Er zijn die 't gewoon employ van den tijd der gewoone Zittingen in vakken afgedeeld hebben, in een van welken zij plaatzen de Aanspraaken. Voigens derzelver begrootinge, komen zij aan de Republiek op ƒ65,758:19:7 te staan. - Ze zijn doorgaans uitsteekend fraai, en, gelijk de Dagblad-schrijvers zeggen, (en die kunnen niet liegen) zeer gepast. Maar, lieve Hemel! hoe veele scheepsladingen van bloemtjes kan men voor dat geld niet in de Verziersters-winkel koopen?
Gij, nakroost van
Demosthenes
en
Quinctilianus
! mag ik u, uit naam des Bataafschen Volks, smeeken, wat kariger te zijn met uwe welspreekendheid! Laat ik u verzeekeren, uwe Aanspraaken, ze mogen dan gepast of ongepast zijn, worden slecht aangehoord, en noch slechter geleezen.
Wien trekt de maag na gegeeten spek?