De Lantaarn voor 1798
(1798)–Pieter van Woensel– Auteursrechtvrij
[pagina 113]
| |
XXI. Van de Westphaalsche Democratie.No. I. Het Nederlandsche Volk is zedert eeuwen geregeerd geworden door de Aanzienlijksten, de Rijksten, de Verstandigsten en niet altoos de OndeugendstenGa naar voetnoot(NB.) uit deeze landen, nu met-, nu zonder Stadhouder; in welke regeering de kinderen hunne vaders (en dit was 't slechtste!) zonder eenig andere aanspraak dan op familie. opvolgden. 't Volk was zedert eeuwen hier aan gewoon; en de ouders van de tegenswoordige generatie van 't Volk waren voorwaar niet be- | |
[pagina 114]
| |
dacht, hunne kinderen optevoeden tot aanstaande keurmeesters en schoolmeesters hunner regenten of repraesentanten; en zo men de waarheid wil belijden, zal men erkennen moeten, dat de Nederlanders even onverwacht, als ongebolsterd in de Democratie gevallen zijn. De natien zijn als de individu's, waaruit zij zijn zamengesteld. Geen ogenblik nu is gevaarlijker, dan waarin een mensch van onder 't bedwang van ouders of voogden gekomen, in 't vrij bestier van zijn perzoon en eigendom geraakt. Zodanig was de staat van 't Bataafsche Volk, kort na de revolutie van 1795. Ontslaagen (om mij te bedienen van eene dichterlijke uitdrukkinge, en niets meer dan eene dichterlijke uitdrukkinge) van de keetenen des overleeden bewinds, gedooken van onder 't juk zijner afgezetten tierannen, stondt 't daar (of geloofde 't) gelijk een jongeling, op 't ogenblik als hij afgereekend heeft met zijne voogden, de sleutel van de geldkist in de hand, een pak obligatiën en effecten onder den arm! (Zeker, Lezer! zal 't u wel eens gebeurd zijn waarteneemen een trop paerden, op 't ogenblik als zij uit eene zes-maandige gevangeniste van stal en lantier-boomen, gebragt worden in eene groene weide. Hemel en aarde! welke eene razende baldadigheid! Bergt u! Bergt u!) Wat schepzel nu van nuchtere, van bedaarde zinnen zal een menschdom, alzo gesteld, aan zich zelven overlaaten? Een volk, voor welk | |
[pagina 115]
| |
het handwerk eener Democratie geheel nieuw is, op zijn eigen wieken laaten drijven, om zonder eenige bepaalingen, zonder handleidingen, ingericht om deeze ongebolsterde weezens te bestieren, zonder 't allergeringste onderwijs in de Volks-regeering, hen in 't honderd heen te laaten regeeren: want wat toch anders dan regeeren is 't zijne regenten aan te stellen? Wie was zo kindsch, om een kind van zes maanden te laaten loopen zonder leiband? Deeze onächtzaamheid in de herders Onzer Majesteiten, berechtigt mij hun werk te noemen eene Westphaalsche Democratie Ga naar voetnoot(†), zo als deeze gaaping mij dwingt hier in te vullen een kapittel over |
|