Afscheid.
Amurath-Effendi
verzoekt om verschooning voor 't weinig beteekenende van dit opstel. Hij deedt zijn best, om 't coloquintachtige zijner gedagten te confijten in ironie, en dit papiere kind te bakeren in fluweel: dan zo de Lezer zich ergens gekrabt moge hebben aan eenige speld; hij verschoone de onbehendigheid, niet de kwaadwilligheid, van de baker!