De Lantaarn voor 1792
(1792)–Pieter van Woensel– AuteursrechtvrijVan de finantien der republiek.De ordinaris lasten der Unie zullen (volgens den laatsten voorslag van Z.D.H. den Heere Erfstadhouder aan de Personeele Commissie tot 't Financie-weezen der Republiek) door de schouders van 't Bondgenootschap gedraagen worden in eene proportie als volgt:
Wij zeggen de ordinaris lasten van de Unie (die | |||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||
zelve bepaald worden niet hooger te mogen loopen dan ƒ13, 500,000) want de extra-ordinaire petitien, hoedaanigen in tijd van oorlog, enz. gemaakt worden, zouden volgends deeze zelve Commissie gedraagen worden in de volgende proportie:
Deze nieuwe order van 't draagen der gewoone en buitengewoone lasten van 't Bondgenootschap zoude voor de termijn van vijf-en-twintig jaaren worden vastgezet: daar tijdsomstandigheden, die noch te voorzien noch te keeren zijn, in alle menschelijke zaaken, en dus ook in 't Finantie-weezen der provinciën, zo groote veranderingen zouden na zich kunnen sleepen, dat men die proportie in gevolge van dezelve wederom zou moeten verschikken. Ten laatsten, wanneer dit omslagtig, gewichtige, en moeijelijk werk, 't arrangement der Quotes zijn volle beslag gekreegen heeft door 't consent der provinciën, zou dit noch weinig baaten, ten zij 't geheele Bondgenootschap zich konde verlaaten op de effecten van die consenten. Daar de ondervinding | |||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||
geleerd heeft hoe weinig staat daarop te maaken is; daar de Souvereiniteit der Provintiën 't gebruiken van geweld, in geval van niet-betaalinge, of onmogelijk, of gevaarlijk, zeker altoos moeijelijk, maakt, heeft Z.D.H. in dat geval voorgeslaagen, de Gedeputeerden der in gebreke blijvende provincie, na dat dezelve alvorens tot 't gestand houden haarer verbintenisse aangemaand zoude zijn, uit alle de generaliteits-vergaderingen te weeren: ten zij deeze zelve provincie aan eene als dan te benoemene commissie haar onvermogen tot het nakomen haarer verbintenisse zou hebben aangetoond.
De Bevolking van de geheele Republiek wordt grosso modo op 2, 500,000 zielen, van allerlei fatzoen en caliber, begroot. In ons vaderland loopen de verteeringen hooger dan bijna in eenig land. Zo wij, die naast doende komen aan die der EngelschenGa naar voetnoot(*), ze begrooten, alle de ingezeetenen door-een geslagen, op vier stuivers 's daags,
Stel dat van deeze laatste som een vijfde komt in de lands-kasse, onder den tijtel van imposten, belastingen van allerlei benaaminge: geeft voor die inkomsten der Republiek in 't algemeen, ƒ36,000,000. | |||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||
Deeze som is alleen 't gegiste provenu der lasten, die de algemeene ingezeetenen betaalen, met 't voldoen van honger en dorst. Maar te bepaalen welke 't montant is der Verpondingen op land en huizen, de 100 en 200ste penningen der Verkoopingen, Heeren- en Redemptie-Koffij- en Thee, Karossen, enz geld, 't groot en klein Zegel, 't Collateraal, is voor mij even zo bezwaarlijk als voor een blinden te slaan na de kleur. De bevolking van de provintie Holland wordt doorgaans gezet op menschen 1,000,000 Stel, dat, om de meerdere duurte alhier, ieder ingezeeten, alle door een geslaagen, verteert voor eeten en drinken vijf stuivers 's daags
Laaten wij onderstellen, dat van 't montant der verteeringen een vierde komt in 's land kas. Deeze onderstelling is niet gewaagd:
| |||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||
Alzo zal, op de bovengezegde onderstelling, de jaarlijksche inkomst der Provincie Holland zijn ƒ22,500,000 - : - : Indien nu 't allerhavelooste Smousje drie stuivers 's daags verteert; - kan dit te veel zijn? zo is de rekening ligt gemaakt, dat hij ƒ54 's jaars verteert, en alzo in dien tijd ƒ13-10 den Staat inbrengt. Ik tart' iemand een overreedender bewijs van 't voordeel der volkrijkheid voor 't Land bij te brengen. Hier komt nu noch bij 't provenu van alle andere belastingen, afgefcheiden van die der comsumptive middelen, zo ovengenoemd, onnodig hier te herhaalen, die zeker ongemeen aanzienelijke sommen moeten opbrengen in eene zo rijke provincie als deeze: iets dat ons zou doen gissen, dat de politieken, welken voor ruim 25 jaaren haare inkomsten op 25 millioenen guldens begrootten, thans beneden de pijl zijn. | |||||||||||||||||||||
Over de trapswijze vermeerdering van verteeringe.De jaarlijksche vermindering van de waardij der metaalen, goud en zilver, door den bestendigen nieuwen toevoer, de bestendige fabriek van imaginair goud en zilver, hoedaanig zijn alle de publieke effecten, hebbende. zolang de Staat in crediet is, dezelve waardij met de metaalen, en eene meerdere kostbaarheid van leevensmanier doen de | |||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||
uitgaaven meer aanwasschen, dan iemand zou kunnen gelooven. In 1350. was 't loon van een Secretaris van Amsterdam ƒ24 en ƒ6 voor de kleêren. Men heeft in Duitschland 'er de volgende tafel van opgemaakt: Een huisgezin van vijf persoonen kon uitkomen
| |||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||
Zo moet 't bij ons ongeveer ook geleegen zijn; en zonder ons aan deeze of geene bijzondere be- | |||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||
reekeningen van de trappen dier toeneemende duurte te willen binden, is dit zeker, dat de huishoudens nu misschien in kosten, zedert 200 jaaren, vervierdubbeld zijn. Daar nu de amptgelden bij ons voor een eeuw zijn vastgesteld, in een tijd, toen de ingezeetenen veel min dan nu verteerende, de Lands kas, voor een zo groot deel gevoed uit 't provenu der Consumptive middelen, min rijk was; daar nu die amptgelden niet of zeer weinig zedert zijn verhoogd, en dus de lasten van den Staat weinig vermeerderd, moesten zijne Finantiën, de inkomsten vermeerderende boven de lasten, zeer voordeelig staan. | |||||||||||||||||||||
Amsterdam.Ik slenterde onlangs in den schemer - avond door een der volkrijkste straaten van Amsterdam, stootte met den voet tegen een kartebelletje, vond 'er een papier in, boven aan 't welk in leesbaar schrift, met eene Hollandsche hand geschreeven, stondt: ‘Opgaaf van de voornaamste Artikelen van Consumptie, door de Amsterdammers verstonden, geduurende den loop van 1790.’ | |||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||
Thuis gekomen vond ik 't van den volgenden inhoud:
't Eene graan geslaagen door 't ander, laat een last 5,000 pond zwaar weegen, en daar uit 6,000 pond Brood gebakken worden, zal dit in ronde cijfers ongeveer 22,000,000 witte Brood, en jaarlijks omtrent de 90 pond voor ieder, de een door den ander geslaagen, geeven.
Vergeleeken met de Tarw doet zien, dat de ingezeetenen iets meer dan een vierde, iets minder dan een derde van 't wittebrood, in rogge verbruiken.
Op de scheepen, die voor de stad leggen, wordt ook, en ook op de reizen gegeeten, en wel in deezer voege:
Wie, bekend met 't heirleger van Amsterdamsche Koekenbakkers, zou gedagt hebben, dat men van buiten en 't platte land, in dit jaar, 10516 ponden koek heeft ingevoerd? Nu is 't te begrijpen, dat de menschen zoveel van kiespijn klaagen! | |||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||
In de maanden November, December, 1790, Januarij, Februarij, Maart, April, Mei, 1791
| |||||||||||||||||||||
Lof der Amsterdamze soberheid, eene soberheid zonder weergaa!Bij dit laatste artikel moeten wij een oogenblik blijven staan: 5274 Ankers geeven tegen 45 flessen per anker 214,830 flessen. Begrootten wij nu de bevolking maar alleen op 250,000, zo drinkt in een geheel rond jaar ieder inwoner der stad Amsterdam noch op verre na niet ééne enkele fles in kroeg of herberg. Zo groote vijanden | |||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||
zijn die luiden van de kroeg! Zo moeten 't alle spooken en verschijnzels zijn, waarmede men alle dagen de herbergen opgepropt ziet. Kijk eens hoe de zinnen ons bedriegen! 32871 Ankers burgerwijnen geeven 1,479,195 flessen Laat dit om de effe rekening een en een halve milioen zijn, zo drinkt ieder ingezeeten, bij zich thuis, in een geheel rond jaar, noch geen zes slessen. O weergadelooze soberheid! | |||||||||||||||||||||
Genever; brandewijn en gedistilleerd...... Ankers 12,030.Deeze geeven 541,350 flessen. Reeken 12 kelken op een fles, geeven een getal van 6,496,200 zoopjes, geslaagen over de inwooners geeft voor ieder hoofd in een rond jaar, noch niet wel 26, dat is alle veertien dagen pas één zoopje! zou men niet zeggen, hoe kunnen de menschen 't uithouden! Daar nu 's Gravenhaage iets meer dan een tiende van de bevolkinge van Amsterdam bevat, en alleen één derde van den wijn minder, en een derde aan sterken drank meer dan de Amsterdammers opslobbert blijkens 't geen aan 't Wijn-Comptoir wordt aangegeeven: op welk fundament wij hier bouwen, en 't geen niet kan bedriegen) kan men daar uit opmaaken, wat Nat-halzen de Hagenaars moeten zijn. | |||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||
Zo eeuwig waar is 't, dat 't bederf der zeden in de Hofplaatzen 't grootste is!
NB. Hier eindigt mijn papier. Daar ons de hand onbekend en zonder onderteekening is, staan wij voor de echtheid der zaake, naauw keurigheid der cijfers, noch juistheid der reflexiën niet in, en venten 't voor niets meer uit dan 't is, een naameloos papier, op de straat gevonder. |
|