| |
| |
| |
Mevrouw Kenton
‘Mijn man was er bij het afsluiten van de contracten van uitgegaan, dat ik tot een week of acht na de geboorte van ons kind niet zou kunnen werken, en de dokter had me uitgerekend op eind januari, maar Freddy kwam pas in maart. Ik kwam uit het ziekenhuis twee weken voor ons nieuwe contract inging. Ik zie de drie mannen nog in mijn keuken staan, met de vuisten in de broekzakken. Op de aanrecht stond een emmer met luiers. Je krijgt geen sleutelpositie in een internationaal beroemde acrobatengroep, als het nummer je niets kan schelen, maar ik was voornamelijk blij met Freddy.
Kenton, mijn man, bracht een meisje mee, dat me de eerste maand zou moeten vervangen. Het was niet zo moeilijk. Ondersteboven in de trappee hangend, hield ik de drie mannen in de lucht. Toen ik mijn plaatsvervangster voor zou doen, hoe ze haar handen beter kon plaatsen als ze in het touw naar de trappee klom, was ik al weer boven voor ik het wist. Aan je armspieren doet zo'n bevalling niets af. Alleen me omtrekken, om met het hoofd naar beneden aan de trappee te gaan hangen, lukte niet.
Intussen kochten de theateragenten ons nummer, onder andere omdat je aan mij niet zag, dat ik drie volwassen kerels in de lucht kon houden. Het schijnt wel eens voor te komen, dat een tengere vrouw dat kan, maar niet vaak. Kenton heeft toen een hulpconstructie voor me bedacht, waardoor ik zonder me om te trekken in de trappee kon stappen. Als ik me dan gewoon achterover liet vallen, hing ik óók goed. De jongens gingen wèl voorzichtiger aan me hangen, maar een week nadien vergaten ze die hulpconstructie op te bouwen. Ik merkte het pas, toen ik al naar boven klom. Gelukkig bleek ik het toen al weer op de gewone manier te kunnen. Enfin, zo komt het dat Freddy praktisch vanaf zijn geboorte mee op reis is geweest.
Nu ik niet meer met hem meereis, komt hij wel thuis met verhalen van: ‘Zeg mam, in Hamburg was iemand, die zei: “Zo, ben jij Freddie Kenton? Je hebt nog eens mijn hele bühnekostuum ondergeplast!” Dat komt - ik tuttelde met
| |
| |
dat jongetje rond, en als ons luchtnummer uitkwam, gaf ik hem even aan een van de andere artiesten, die op hun beurt stonden te wachten.
We hebben ook honger geleden, met dat zelfde mooie nummer. In Frankrijk. Dat vind ik nog altijd een naar land. Ach - succes - we hebben er ons deel ruimschoots van gehad - maar waar dat in zit - het was in die jaren nog gewoonte, dat ook vrouwelijke acrobaten in houding en gebaar lieten merken dat ze sterk waren. Dat ging mij slecht af, dus dacht ik, dat ik nooit wat zou worden.
Kenton kreeg toen het idee, me juist helemaal op vrouwelijk te laten werken - op schoenen met hoge hakken en zo. Het klinkt achteraf zo gewoon, maar het was nieuw! Later is dat ook steeds gezegd geworden door de agenten die ons engageerden. Maar de Fransen lustten er geen brood van. Pas toen we terug waren in Holland, en een collega tegen Max van Gelder had gezegd, dat wij goed waren, is het ineens gaan lopen.
Eigenlijk weet je niet waarom. We waren zo neerslachtig uit Frankrijk teruggekomen, dat we er niet meer in geloofden. We maakten het nummer als matrozen - ook uit armoe, want Kenton had uit een vroegere periode een matrozenpak en een hutkoffer overgehouden. Voor de twee andere mannen maakte ik dat matrozenpak na, en voor mezelf maakte ik iets fantasieachtigs. Omdat we die hutkoffer nu eenmaal hadden, kwam ik daar uit, als blinde passagier. En nu zijn wij als Kentons altijd uitzonderlijk geweest, omdat er in ons nummer nooit ruzie was. Of nooit...
Er was natuurlijk wel eens ruzie, want ik kon niet hebben, dat de jongens de kostuums in de kleedkamer over een spijker gooiden - dan kwam er een punt in - ik zat ze achterna met kleerhangers, en ik gaf ze van katoen als ze ongeschoren op hun werk kwamen, maar de groep plofte niet uit mekaar. Kenton en ik vormden een gezin met Freddy, maar die twee andere jongens gingen dan de stad in, en als ze terug kwamen, zat ik te wachten - niet om ze de les te lezen, maar om méé te giechelen over wat ze hadden beleefd. Jongens die in de Kentongroep werden opgenomen, bleven altijd jaren!
Kenton nam het me wel eens kwalijk, dat ik wakker bleef, om de jongens thuis te horen komen, maar ik hoefde er niet expres voor wakker te blijven, omdat ik 's nachts graag lees. Op het ogenblik ben ik bezig aan “De Walg” van Sartre. Nee,
| |
| |
daar word ik niet beroerd van. Weet u wat ècht benauwend is? “De Avonden” van G.K. van 't Reve. Ik wissel trouwens af met Salinger. “The Catcher in the Rye” kent u dat? Mooi hè, dat jongetje Holden, en hoe heet zijn zusje ook weer? O ja, Phoebe - dat spreekt je overigens uit als “fiebe” hoor, want je hebt een stad in Arizona, die heet Phoenix - ja, dat spreken ze ook uit als “fieniks”. Ik heb daar wel gewerkt.
Ik zou best willen wonen in Amerika. In Texas. New York is gewoon Europa, waar iedereen rondloopt met een gezicht van: “We hebben het allemaal al lang gezien”, terwijl in Texas een sfeer hangt van: “Morgen wordt alles nòg veel leuker dan het nu al is!” En het zijn daar zulke aardige mensen, al zijn ze van lotje getikt. In Houston bijvoorbeeld - dan zat Glide, de baas van het circus, met een van de notabelen te praten, en hij riep: “Hey mrs. Kenton, come over and sit down with him!” En terwijl hij dan zelf wegliep, zei hij nog tegen dat ouwe baasje: “Tell her how many buildings you own! Just tell her!” - Als je het dan daarginds niet kent, ga je misschien denken: “Die wil wat engs van me.” Dat is niet zo - hij wil alleen maar kraaiend van pret alle gebouwen opzeggen, die hij bezit.
Freddy is niet zo gek op Salinger. Hij leest Tsjechow, en eigenlijk leest hij het liefst geschiedenis. Ik vind het best, dat hij een andere smaak heeft - ik heb er alleen maar doelbewust op aangestuurd, dat hij làs. Toen hij nog een hummeltje was, vond ik het een succes, als hij zei: “Ga je weer voorlezen mam?” - En het is er in blijven zitten. Toen hij zes jaar was, moest ik hem afgeven, want hij moest naar school. Van zijn zesde tot zijn vijftiende is hij bij zijn grootmoeder geweest, en die heeft er zeven grootgebracht, dus die is altijd gewend geweest, wat anders aan haar hoofd te hebben, dan lezen.
Je weet dan niet meer wat er omgaat in zo'n kind. Soms waren we thuis - dan zie je hem rondlopen - steeds groter. Zijn vader leerde hem wel eens een trucje aan de trappee - een kleintje dan - dat wou hij wel, maar alleen omdat zijn vriendjes dat van hem verwachtten als zoon van een beroemde acrobaat. Het zat niet echt in hem zelf. Toen hij dertien was, stond hij me eens te helpen bij het afwassen, en ineens zei hij: “Mam, zou het veel moeite kosten, om als matroos op een boot te komen?”
Kenton noch ik zijn er ooit van uitgegaan, dat de acrobatie
| |
| |
het einde was van alles. Voor onszelf wel - althans in die jaren - maar als zo'n kind er niet voor voelt - ik had bij dat afwassen nog bijna gezegd: “Wij hebben ook fijne matrozenpakjes aan in ons werk!” Maar zo'n jongen wil op ècht!
En dat, terwijl hij het vele lezen wèl van me had overgenomen - maar ja, op dat “artiest-zijn” had ik nooit aangedrongen. “Dat moet ie zelf weten” denk je dan nobel, en dat is ook misschien wel het beste, maar ik verzeker u dat je een klap op je hoofd krijgt, als zo'n kind dan ècht wat anders gaat willen, dan je stilzwijgend verwachtte.
Zijn vader is met hem naar de Pollux gegaan - dat opleidingsschip voor matrozen. - Hij is afgekeurd! Die avond, toen ie diepbedroefd naar bed was, heb ik heel gemeen uit het diepst van mijn hart lopen zingen: “Wat een geluk! Wat een geluk!”
Freddy zijn vader leest nooit. In het begin van ons huwelijk heb ik hem tot één heel boek gekregen, maar alleen door telkens te vragen: “Waar ben je nu? O, dan moet je doorlezen, want daarna wordt het leuk.” Dan las hij goeiig nog een eind - geeuwend van verveling. Zeventien jaar later kwam Freddy thuis van een bezoek aan zijn vader, en hij zei: “Mam, vader heeft nu een boek gelezen - ken je dat?” En hij ging geestdriftig vertellen. - Het was nog steeds datzelfde boek.
Als je geen zin hebt, moet je niet lezen. Het is alleen - over het nummer en de contracten raak je uitgepraat, maar nooit over wat je allebei hebt gelezen. Kenton was een van de grote artiesten hoor. - We zijn gescheiden toen Freddy vijftien was. Kenton is in de handel gegaan, en ik heb het nummer opgenomen. Freddy wou toen wel met me mee, maar alleen als hij dan Amerika zou zien. Nu kon ik daar gemakkelijk contracten krijgen, omdat ze me kenden. Het werd trouwens steeds moeilijker, het nummer in Europa te verkopen. Een viermansluchtnummer is tòch al nooit goedkoop, en dan kan het niet worden gebracht in elke ruimte, omdat het een flinke hoogte nodig heeft.
Na driemaanden oefenen hing Freddy als vierde man in de Kentongroep - maar niet mooi. Niet dat dit afdeed aan ons. succes. - Daar heb je het weer. Waarom het succes komt en waarom niet - je kan er honderd theorieën over hebben. Toen we met Kenton na die hongertoer door Frankrijk voor Max van Gelder op de Scheveningse Pier kwamen te hangen,
| |
| |
geloofden we er zo weinig meer in, dat we het hele nummer in één ruk afraffelden, zonder op applaus te wachten, want er zou geen applaus zijn - dat wisten we al uit Frankrijk. Niemand kan verbaasder zijn geweest dan wij, toen het publiek het huis afbrak. Maar we waren nog niet terug in de kleedkamer, of we hadden al weer een theorie. In snel tempo afwerken! Dat had ons ontbroken!
Dat hebben we dus sindsdien gedaan. Wel hebben we later die matrozenpakjes er uitgegooid, omdat die ons gingen vervelen. We kwamen nu uit als piraten. De jongens zaten te kaarten op een kist, en zongen “Santa Lucia”, en ze gooiden met me. Ik zat dan ook niet meer in die eeuwige hutkoffer, maar in een zak met zeeroversbuit. Londen, Berlijn, Moskou, Leningrad, we konden werken waar we wilden. Ah succes - ik begrijp het beter, dan ik mijn kin laat merken. Dan werkt hij zaterdagavond nog in Holland en zondagmiddag moet hij al in Zwitserland zijn. Dat rost dan in een auto door de nacht - dat is toch gekkenwerk? Maar ik weet het - hij heeft succes.
In Amerika heb ik me zorgen gemaakt. Niet omdat Freddy niet mooi hing, maar omdat hem dat niets kon schelen. Als er geen acrobaat in zit, dan kan zo'n kind van vijftien jaar misschien een leven hebben als een luis in zo'n circus, maar dan is hij daar niet op zijn plaats, want hij groeit er niet naar een toekomst toe. En op de duur neemt die sfeer dat trouwens niet - zo'n jongetje dat het er maar bij laat liggen.
Freddy was bovendien sinds zijn zesde jaar uit de artiestensfeer, en dan weet zo'n jongen allerlei dingen niet meer. Kijk eens - je zit als artiesten allemaal op mekaar te kankeren, maar je weet allemaal ook, dat het niets heeft te betekenen - gewoon stoom afblazen na een zware dag. Daarom hou je het binnenskamers. Maar Freddy ging ruzie schoppen met de mensen waar ik op kankerde, want hij was vergeten, dat de verschillende nummers onder mekaar nooit ruzie hebben. Ik heb het hem helemaal uit moeten leggen.
En dan was er die kwestie van het jijen en jouwen met iedereen. Veel artiestenkinderen doen het, maar ik geloof er niet in. Het is moeilijk, vooral omdat de andere kinderen het wel doen, maar dan is het voor zo'n jongen als Tommy Hannefurter nog wat anders. De Hannefurters waren barebackriders - da's op paarden zonder zadel - en Tommy was van zijn geboorte af groot geschopt - dat kind maakte een schit- | |
| |
terend nummer - maar dan nòg - hij mag jij en jou zijn met iedereen en dat wordt glad geaccepteerd omdat het zijn recht is, maar is het ook zijn voordeel?
Het is een van de weinige beslissingen als moeder, waarvan ik altijd zeker ben geweest. Freddy is nu als jongleur van grote klasse, zoals Tommy Hannefurter destijds al was op de bareback, maar Freddy is nog steeds niet makkelijk met jij en jou, want dat is hem niet aangeleerd. Ik heb me nooit Jettie laten noemen - ook niet door vriendjes van hem, die Jopie zeiden tegen hun eigen moeder.
Freddy stond in de City hier in Amsterdam. Hij is toen nog geprolongeerd door meneer Lipp, en op een avond kwam de oude Saks - die is nu dood. Ik kende Saks. Ik zei tegen hem: “In 's hemelsnaam, zeg niet tegen Freddy dat je komt kijken, want dan laat ie van de zenuwen alles uit zijn handen vallen!”
Saks is even in de kleedkamer geweest en hij zei: “Ik kan niet blijven om te kijken, Fred, maar hoe ga je?” Freddy zei: “Het gaat niet slecht, meneer Saks, maar met die balroutine zit ik toch nog niet helemaal goed.”
Nu mag je boven een bepaalde streep “Saks” zeggen tegen meneer Saks, maar ik hou vol, dat niemand ooit nadeel heeft gehad van het feit dat hij niet precies wist waar bij Saks de streep lag. Als je zonder het te weten toch nog onder de streep zit, dan denkt Saks misschien: “Wie ben jij dan wel, windbuil?” - Misschien denkt hij dat ook wel niet - je weet het nooit - mensen zijn makkelijk - maar het is mijn Freddy. Freddy is in het minst niet nadrukkelijk of slijmerig met dat “meneer” want hij vindt het gewoon.
Zo'n Amerikaans circus begint met een parade door de stad, waarin iedereen meerijdt, maar Freddy was bang voor paarden en ik heb toen besloten daar niet hard in te zijn. Mag een kind bang wezen? Aan de andere kant wordt hij dan wel erg het enigst kind van mrs. Kenton, dat zo nodig gespaard moet worden. Om er een draai aan te geven, heb ik toen verzonnen dat hij bang was voor zijn handen, omdat hij jongleur wilde worden en ik heb gauw een paar balletjes voor hem gekocht om er een schijn van waarheid aan te geven. Hij keek er niet naar om.
Dat smoesje heeft gevolgen gehad, omdat in het circus ook optrad The Great Joannidas - een fenomenale jongleur. We noemden hem Johnny, en hij was getrouwd met Wanda, die
| |
| |
hem de attributen aangaf, hoewel het langzamerhand geen gezicht meer was, want Wanda was zwanger. Toen kwam hij vragen of Freddy hem niet zo lang wilde assisteren.
Freddy had toen net de leeftijd, dat zo'n kind zijn bedillerige moeder alleen maar een last vindt, en hij vatte een soort heldenverering op voor Johnny. Om diens aandacht te trekken, ging hij een beetje moeilijk staan doen met die balletjes, maar The Great One keek niet naar hem om. Het was hartverscheurend, en Tommy Hannefurter - de etter - die stond er bij te kijken en zei: “You won't get nowhere! You aint got no guts! You punk! You got no personality!” Wat heb ik dat stuk ongeluk staan haten! Als de Hannefurters optraden stond ik te bidden: “Brak ie maar een poot!” - Eindelijk begint dat kind van mij eens wat te willen, en dan zal die Tommy dat even de grond in boren!
Ik heb op het punt gestaan, Freddy zonder meer mee terug te nemen naar Amsterdam, om hem iets gewoons te laten leren. Geduld hebben met een kind is niet eindeloos op hem in praten met verstandige taal - het is soms wel eens gewoon afwachten en je ellendig voelen. Als u geen opgroeiende kinderen hebt, dan weet u het niet, maar op een dag draai je even je hoofd om, en als je dan weer kijkt - dan hééft ie het ineens - de bezetenheid die een man van hem zal maken.
Joannidas keek niet naar hem om - nee, hij was het type van een artiest, die het met twintig jaren moeizaam werken onder de knie had moeten krijgen. Maar Wanda was een Guièsá - dat wist bijna niemand - ze liep er niet mee te koop. - Weet u niet wat een Guièsá is? Nooit van de grote Vinizio gehoord?
Wanda gaf haar man alleen de balletjes aan, en de kegels en de ringen, en ze hield van hem, maar hij had nooit een Guièsá kunnen krijgen, als hij niet zo goed was geworden, want die familie heeft generaties lang de meest schitterende jongleurs voortgebracht. Wanda was een goeiertje. Van Wanda hoefde nooit wat. Maar ze bleef een Guièsá - die mensen krijgen als ze twee jaar zijn hun eerste balletjes.
Met Wanda ben ik heel dik bevriend geraakt. Ze was trouwens een schat. We waren toch al met een fijn stel. Daar had je Tiny, de vrouw van de candy-butcher - da's de man die met de bak chocoladerepen voor zijn buik loopt. Tiny stond op haar hoofd op de draad, en als ze een lek in haar caravan had, drukte ze er een stuk kauwgom tegen, want ze had nooit
| |
| |
geld, omdat ze alles in kleren stak. Als het napraten was met een borreltje, bij de een of andere notabele in de stad, dan verscheen zij in een feeërieke japon, en haar man in het coca-colajasje dat ie cadeau kreeg van de fabriek.
Wanda en ik gingen wel de stad in, om te winkelen, of gewoon maar wat te lopen lachen, en dan had Tiny geen cent meer op zak, en dan gaf de candy-butcher haar zijn laatste tientje ook nog, hahaha! En dan had je Mamie. Die verzorgde de kostuums voor het circus. Ze had een grote vrachtwagen, waarmee ze achter de circustrein aan reed. Op een dag is die in brand gevlogen.
Dat schiet me altijd te binnen, als hier in Europa mensen Amerikanerig gaan doen, met harde bevelen en zo. Amerikanen werken echt wel hard en efficiënt, maar ze doen dat veel rustiger dan Europeanen. Ik zie nog Glide voor die rokende puinhoop van Mamie staan. Hij draaide zich om en zei tegen ons: “Makeshift, jongens.” En wij bekleedden ons allemaal met rare vodden, en maakten de parade. Mamie zat bij de uitgebrande vrachtwagen. Pas een dag later is ze weer begonnen te naaien. Dacht u dat Glide tegen haar zou gaan roepen van “Hé, je moet voort!” - als er iets is, waar een Amerikaan niets voor koopt dan is het overbodig geschreeuw.
Intussen was het ongemerkt al lang gewoonte geworden, dat als Freddy ergens in een hoekje met zijn balletjes begon, Wanda er aan kwam schommelen. Na een tijd merkte Joannides tot zijn verbazing wat Freddy met de ballen stond te doen. “Dat kind heeft talent” zei hij toen, en hij ging zich er zelf mee bemoeien. Freddy heeft veel geleerd van hen allebei.
Twee jaar heb ik het nog volgehouden op de Amerikaanse toer. Eigenlijk wil je dat op je dertigste al niet meer - zo'n klein hokje in een circustrein, en al dat geschreeuw om je heen, en er is altijd wat. - Raphaël, - die Mexicaan - goeie artiest - maar dan wil ie achter de rokken aan, en hij spreekt geen Engels, en dan lokt hij Freddy mee, om voor vertaler te spelen. Ik zeg: “Raphaël, je bent zelf getrouwd in Mexico, en wat je hier doet is mijn zaak niet, maar je eigen kind zou je er ook niet in betrekken.”
Zo'n luchtnummer beheren - eigenlijk is dat niets voor een vrouw alleen. Die contractenafsluiterij is mannenwerk. Het werd mijn tijd. Freddy had opgestoken wat hij opsteken moest. Zelfs een beetje Bühneroutine had ie al opgedaan in
| |
| |
de sideshow - dat was de kermis op het voorplein van het eigenlijke circus. Daar staan de dwergen en de reuzen en de dikke dame en de degenslikker. De dikke dame was weggelopen, en haar platformpje was dus vrij. Zijn eerste Bühnekostuum heeft ie cadeau gekregen van de degenslikker - een aardige man. Het was een keer of veertien per dag uitkomen met zijn nummertje, dus de jongen raakte wel gewend aan allerlei soorten publiek.
Maar wat mij betreft was het welletjes. Een paar rustige oefenjaartjes in Europa zouden Freddy ook goed doen. Hij was in dat oefenen toch al zo fel geworden, dat ik hem zelfs ging remmen. Dan zei ik: “Freddy, je wordt net zo'n etter als Tommy Hannefurter.”
Dan was het lachen. U zult geen kenner van het vak meer vinden, die u niet zal zeggen dat de jongen van internationale klasse is, maar hij is ook een aardige jongen. Hij gaat nu naar Zwitserland, dan naar Engeland, daarna naar Australië, en dan wordt het voor een paar maanden Japan. Hij is een man in eigen beheer. Ik heb het toch niet slecht gedaan.’
|
|