anders op, dan de bus naar New York te nemen. Die ging 's avonds om negen uur, en de volgende ochtend om zes uur stonden we in New York op Time Square, waar we helemaal niks te zoeken hadden.
Dat busstation is bijna zo groot als een vliegveld. Overal zagen we borden met plaatsnamen. Je kan van daar naar alle plaatsen in heel Amerika, geloof ik. San Francisco, Mexico, - ineens zag ik de naam Kansas City, en die ken ik uit de cowboyboeken. Ik zei tegen Henk: ‘Daar gaan we heen!’
Aan het loket zeiden ze, dat de bus over een half uur vertrok, dat de reis drie dagen en drie nachten duurde. Toen we in Kansas City aankwamen was ik doorgezeten. Kansas City is gewoon een stad. Ik zei tegen die vent achter het loket: ‘Zeg, waar zijn hier in Amerika de ranches eigenlijk!’
Hij zei: ‘Dan moet je naar Amarillo Texas.’ Maar daar geloofde ik niet in. We zijn met het schip namelijk geweest in Texas, want je hebt daar de haven Houston, en daar wist ik al van, dat je in Texas niet moest wezen. Texas heeft de naam, maar als je dat Houston ziet, dan weet je al genoeg; - gewoon Amsterdam.
Die man achter het loket zei: ‘Nou, ik weet ook niet wat jullie zoeken hoor, maar neem es de bus naar Fort Hayes. 't Is daar historische grond, want er zijn daar, voor zover ik weet, beroemde gevechten geleverd, als je dat bedoelt.’
We zijn er maar heen gegaan van ons laatste geld. Toen we de volgende ochtend om een uur of zes uit de bus stapten bij dat fort, stond er een groepje mensen bij de halte. Er was daar een dijk doorgebroken, hoorden we. Een man zei: ‘Er zal een hoop werk aan de winkel zijn, als de boel droog valt.’ Ik zei: ‘Ja, dat is altijd zo bij overstromingen.’ Die man zei: ‘Hoe weet jij dat?’ Ik zei: ‘Ik kom toevallig uit Holland.’ Hij zei: ‘Asjeblieft! We hebben er nu een paar experts bij!’ Ik zei: ‘Ja, en dat komt goed uit, want we zoeken werk.’
Die man heette Mike Bird. Het was maar een klein overstrominkje, en toen we de boel hadden opgeruimd, zijn we bij hem gebleven. Ze konden me daar goed gebruiken, want er is altijd een hoop te repareren. Negen mijl verderop lag Ellis. Daar had je dansavondjes op zaterdag. Ik speelde er guitaar bij, en zong cowboyliedjes. Het waren aardige mensen. Ze hadden televisie, dus ik kon de cowboyprogramma's blijven volgen.
Na een tijd zei ik tegen Mike: ‘Er zijn hier zeker geen