mogt drukken!... Verhoor mijne bede, Eeuwige Schepzelenliefde! en Knip, voor zoo eene groote weldaad, tien jaaren van den schakel mijner opgelegde dagen!... Troost U, lieve dierbaare! Ik gevoel all' uwen weedom... mijn eigen smart is onuitspreekelijk groot, onnaardenkelijk grievend!.. Voorzienigheid! daar uwe Almachte hand, vaderlijk over alle weezens waakt, daar de deugd uw evenbeeld, daar de godsdienstige mensch uwe lieveling is, waaröm beperkt uwe vrijmacht den raadslag der helsche boosheid niet, toen zij den arm ophief om de Vriendin van het menschdom te treffen?.. Lotje! Ik mag met den Almachtigen niet twisten; wij kennen het waaröm zijner wijze eindens niet!... Hoopen, hoopen wij, mijne beste! de God der wonderen doet wonderen; de eigen hand die een gestorven Lazarus uit den dood opwekte, is ook machtig om uwe Moeder.... Ach! ik voel dat het wreed is U met deeze hoop te vleiën!.. Het rijdtuig is gereed, men roept mij.... Lotje! troost U, wees, zoo veel doenelijk is, eene Christinne!... Kusch de lieve Vrouw, zeg haar mijnen weedom over haar lot, en dat ik in weinige uuren zal bij haar zijn!.. Troost toch uwen braven Vader; zijne overmaat van droefheid konde.... ô, Geliefde! eene Wees is een ongelukkig schepzel!... Op den ouderdom van den achtingwaardigen Man, treffen zulke slaagen doodelijk, eene graauwe kruin gevoelt de schok, die door haare leden dondert, meer dan de jeugd, die nog altijd vooruitzichten van troost overig blijven!... Waar is de Heer Virtus? waaröm troost