brief te antwoorden; alleen zal ik U zeggen, dat het gedurig bloozen van dat lieve Meisje U hoop mag geeven, dat gij haar niet geheel onverschillig zijt; want als dit niet zoo waar, waaröm zouden uwe eenvoudigste vraagen, of haare eenvoudige antwoorden haar rood doen worden. Ik heb gelegenheid gehad, veel met Vrouwen omtegaan; vertrouw U derhalven, in dit geval een weinig op mijne menschenkennis; een Meisje bloost niet, als een bescheiden Man haar eene bescheiden vraag doet, of 'er moet eene geheime oorzaak voor dat bloozen in haar hart rusten, behalven dat is uwe Lotje te oprecht, te deugdzaam en te weinig met de kunstgreepen der Coquetterie bekend, dan dat ik mij in haar onwillig bloozen zoude kunnen vergissen. Nu, mijn waarde Virtus! ik hoop U, bij mijne terugkomst, gelukkig te zien; de liefde gaat met rassche schreden, als de harten eentonig gestemd zijn, en ik twijffel niet of dit zal hier het geval zijn. De toestemming der Ouderen moet U het minste ontrusten, alles spreekt in uw voordeel, en de waardige menschen beminnen U, gelijk uit hunne daaden blijkt, reeds als Vriend, zij zullen U dit spoedig als Zoon doen! haast U dan, en verklaar U! Ik moet sluiten. De Viool gaat hier bij, mooge de eerste toon, dien gij op dezelve speelen zult, die van een gelukkigen en vergenoegden minnaar zijn! Ik heb order gelaaten, om mij uwe brieven te zenden; schrijf mij toch, zonder verzuim, uw geluk, geloof dat ik 'er hartelijk deel in neem, en niets vuuriger wensch dan in het veréénd geluk van U en uwe beminnelijke Dal-