Willem Johannes Theodorus Kloos aan Augusta Maria Witsen-Schorr
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 25 januari 1923 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd De Nieuwe Gids, Den Haag]
25 Januari 1923
Beste Marie,
Hartelijk en nogmaals hartelijk dank voor je brief met het prettige bericht. We maakten ons natuurlijk hier heel ongerust over zijn toestand, maar hij is inwendig sterk, door zijn onbewuste levenswil en zijn forsche spierkracht, en nu hij, tot onze groote vreugd, weer in de stijgende lijn is gekomen, zal hij natuurlijk wel weer zoetjes aan opknappen en geheel de vroegere worden. Want hij
[1:2]
is een jaar jonger dan ik, en voor mij dus altijd nog in de kracht van zijn leven. Zijn Vader, dien ik eens mocht ontmoeten zag er lang niet zoo stevig uit als hij, en is tóch over de 80 geworden, terwijl hij naar het uiterlijk te oordeelen een goede zestiger leek.
Dus wees door ons allen, die nu weer blij van harte zijn, oprecht gelukgewenscht. Alles sal rech kom, zooals de Zuid-Afrikaners, meen ik zeggen.
Met hartel. groeten en dank van Jeanne, Jacqueline en mezelf
je
Willem
[1:3]
Ik heb Wim zelf ook geschreven, naar ik me verbeeld, een luchtigen gezelligen brief!