[1923]
Antonius Johannes Derkinderen aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 8 januari 1923 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd Rijksacademie, Amsterdam]
[den] 8sten Jan. [192]3.
Beste Wim!
Zoo vast had ik mij voorgenomen U tijdens de kerstvacantie eens te bezoeken, maar het is helaas misgeloopen! Een stevige verkoudheid hield mij in bed en bood mij welwillend gelegenheid om wat uit te rusten. Ondertusschen - het spijt mij heel erg dat ik nog niet eens bij je geweest ben. Tot mijn groot leedwezen hoorde ik voor eenigen tijd - ge waart toen al een heele tijd ziek - dat ge zoo ongesteld waart. De laatste berichten die ik hoorde waren gunstig en zoo ver-
[1:2]
trouw ik dat je thans weer op den weg naar beterschap bent - wat mij van harte verheugen zou.
Ik ben van daag weer voor het eerst er uit en aan de Academie. Maar vòòr de week eindigt hoop ik in elk geval eens een middag vrij te maken om je te bezoeken.
Wees met je vrouw van ons beide hartelijk gegroet en geloof mij
je vriend
Toon der Kinderen