Willem Witsen aan J.H.E. Arntzenius-Witsen
Plaats: aan boord van de Nieuw Amsterdam, op weg naar New York |
Datum: 9 januari 1915 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
[briefhoofd Holland-America Line, Rotterdam]
[S.S.] New Amsterdam
9 Jan 1915
Buitengewoon kalm van daag: de zee net zooals je 'm altijd ziet in Scheveningen in gewone tijden, grijs groen met weinig golfslag - alleen waar de boot 't water snijdt prachtige witte schuim die verdonkert tot diep blauw groen. We hebben van daag onder begeleiding van den 1en officier, 'n aardigen jongen Fries, het heele schip bezichtigd: de 3e klasse met schilderachtige landverhuizers en vuile kinderen, de keukens, 't ruim met de duizenden kanaries in kleine kooitjes die lustig zitten te fluiten met zachte geluidjes
[1:2]
de machine kamer die groot en hoog is als 'n kerk als je er beneden in staat, met allerlei groezelige stokers, de borst en armen naakt om de tropische hitte. IJzeren ladders ook boven in den nok, wat dan 't dek is, waar we ook geweest zijn en waar de reddingsbooten in rijen naast elkaar hangen, elke boot bijna 3 meter breed en die 53 menschen kan bergen. Daar beneden in 't schip is 't met z'n bevolkte gangen net 'n stad bij avond, nauwe stegen, waar je allerlei fantastische figuren tegen komt, bakkers, slagers en koks en werkvolk - ook Poolsche jodinnen met kinderen op den arm etc., etc. Als je dan weer
[1:3]
boven komt in de eerste klasse met al de luxe en comfort, zelfs overladen rijk, is 't wel 'n geweldige tegenstelling en vraag je je met verwondering af of dat 't zelfde schip is! Wat ik je er van schrijf is natuurlijk maar 'n heel gebrekkige weergave van wat je te zien krijgt, en 'k zou er trouwens dadelijk 't bijltje bij neerleggen als 'k dacht dat je dat van me verlangde. Dat gaat boven mijn kracht, maar als 'k 't kon of 'n litterator was, zou 'k er 'n boek over schrijven! Ik bepaal me maar tot 'n paar indrukken, om je eenigzins, hoe oppervlakkig ook, meê te laten leven wat wij gewaar worden. Ik heb er nu de gelegenheid voor om er elken avond 'n uurtje aan te geven dat zal wel niet gaan als we eenmaal de boot verlaten hebben; 'k zal wel nu en dan eens schrijven, maar geregeld alle dagen, daar zie 'k geen kans toe. Wij loopen nu weer met 'n geweldige vaart, heelemaal geen deining, alleen hoor je de schroef en alles trilt en staat te beven. We maakten van daag 358 m. De vermindering zit natuurlijk in 't slechte weer van gisteren avond. Morgen nacht komen we in de haven van N.Y. en gaan voor anker tot Maandag morgen. Deze brieven gaan weer met dezelfde boot terug, a.s. Zaterdag, je krijgt ze dus niet voor 25-27 Januari. Tegen dien tijd zijn we al weer uit N.Y. want 'k wou graag de eerste dagen van Febr. in S. Fr. zijn. Marietje is me al komen waarschuwen 't is bij 12. Ze is nog even naar dek om 'n luchtje te scheppen, in de hoop goed te slapen. Dat is maar zóó zóó! Geen wonder!