Willem Witsen aan J.H.E. Arntzenius-Witsen
Plaats: aan boord van de Nieuw Amsterdam, op weg naar New York |
Datum: 7 januari 1915 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
[briefhoofd Holland-America Line, Rotterdam]
[S.S.] N-A.
7 Januari 1915
Van morgen toen we opstonden was 't merkwaardig kalm. De wind was gaan liggen en er was bijna geen deining. Maar we waren zóo laat voor 't ontbijt dat M. niet klaar kon komen. Na 10 uur wordt het ontbijt niet meer in de eetzaal gediend, zoo dat, toen 'k 't op had en in den cabin terug kwam M. daar zat te ontbijten met Buckwheat-cakes en stroop. Daarna gaat iedereen zijn morgen wandeling maken aan dek en omdat 't nog al koud is
[1:2]
loopen al die menschen als gekken achter elkaar aan en tegen elkaar in. Dat is heel gezellig! en deze en gene maakt 'n praatje en loopen samen op. Dat loopen is natuurlijk voornamelijk voor de spijsvertering en als de wandeling succes heeft gehad trekken de heeren naar de smoking room en de dames gaan bij elkaar op bezoek of naar hun cabin. Ik ga dan schaken tot den lunch. Aan tafel was 't ook een heel ander gezicht: de dames, waaronder enkele die we nog heelemaal niet gezien hadden, verschenen in mooie toiletjes en de tafel was weer gewoon gedekt, zonder de bakken.
[1:3]
De boot heeft nu 'n geweldige vaart en van deining merk je zoó weinig dat 't net is of je op 'n rivier vaart. Hij maakte van daag 330 m. maar volgens de berekening van den kapitein zijn we niet vóor Zondag in N.Y. En dan mogen we niet landen en moeten wachten (omdat 't Zondag is) tot Maandag. Sints de avond viel is er mist gekomen en nu hooren we voortdurend 't diepe fluiten van de stoompijp, alleen voorzorgsmaatregel, want we hebben in 6 dagen geen schip gezien. Ook kwam de kaptein van middag niet aan tafel, om denzelfden reden. Marietje heeft veel succes; ze praat met iedereen aan tafel over alles en nog wat, engelsch & duitsch of ze nooit iets anders spreekt. Ik zit er maar bij voor Piet Snot, want 'k versta er niets van en 't hoeft ook heelemaal niet want ze hebben 't allemaal erg druk. Mr. Dudley Hall, 'n vreeselijke kwebbel, wiens mond nooit stilstaat, beweerde dat de Franschen geen schrijvers hebben tegenwoordig en toen M. zei dat er toch heele goede zijn, zei hij: 'Er is er geen een die schrijven kan als Dumas of Victor Hugo!! - Ik heb nu mijn schaakje weer achter den rug en Mr. Enthoven is gelijmd om bridge te speelen. Waar M. is weet 'k niet. Ik profiteer er van om even te schrijven maar 't is al elf uur en ze zal me wel dadelijk komen halen. Jij ligt nu al lang te slapen, 't is zeker wel 3 uur in den nacht bij jullie! En ik zit nog met mijn whisky-soda en denk aan een en ander.