Willem Witsen aan Willem Johannes Theodorus Kloos
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [2 februari 1913] |
Verblijfplaats: KB 69 F 22 |
[1:1]
Beste Willem,
Wegens een afschuwelijke influenza heb 'k je nog niet kunnen schrijven om je te bedanken voor je laatste boekje over Feith. Hoewel dus wat laat doe 'k 't bij deze, en zeer hartelijk! Ik moet gauw in den Haag zijn maar 'k ga nog niet uit dus wanneer dat wezen zal kan 'k nog niet zeggen. Ik stel mij voor jullie dan even te komen bezoeken. Gisteren was Hein even hier die zich beklaagde
[1:2]
dat je 't hem kwalijk genomen hebt (door een proef te teekenen W.K. wat je anders nooit doet) - dat hij je gevraagd heeft om geleend geld terug, terwijl hij 't best begrijpt als je niet in staat zoudt zijn om 't terugtegeven en daarmeê ook genoegen zou nemen als je dat dan maar zei. Met andere woorden dus: de vraag was niet zoo heel serieus zou 'k zeggen. Ik zei hem dat 'k niet geloofde dat je 't kwalijk genomen hebt, maar dat 'k wel wist dat je finantieele toestand niet verbeterd is sints 't overlijden van je vader.
Nu, beste Willem tot gauw, hoop 'k en veel groeten van ons beiden aan je drieën
je
W.