Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: Amsterdam |
Datum: 31 december 1902 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 969 |
[1:1]
v. Lennepkade Amsterdam
31 dec. 1902
Lieve Beb, 'k moet je even schrijven om je te bedanken voor je brief. 't Is zoo heerlijk als je me zoo schrijft en je weet zelf niet hoeveel je mij helpt en steunt al is alles zoó verdrietig dat 'k 't gevoel heb of m'n heele leven verder niets anders zijn zal dat dàt - en dat zal 't ook wel niet, want niemand weet 't en vermoedt 't zelfs, hoèveel 'k mis. Ik leef heelemaal gesloten in me zelf en m'n herinneringen en jij bent de eénige tegen wie 'k me zou kunnen uitspreken als 't mocht maar 't kàn niet - en alle geluk voor mìj of zelfs de illusie van gelukkige tevredenheid - is weg. En toch als 'k alles nu na ga in de
[1:2]
stille eenzaamheid van dezen oudejaarsavond, voel 'k dat alles zoo heeft moeten zijn en kan 'k er wel in berusten omdat 'k weet dat 't voor jou 't beste is na alles wat er voorgevallen is als je aan me denken kunt zooals je nu schreef te doen. En daarom ben 'k zoo blij dat we elkaar in Brussel gezien hebben en je me zooveel hebt verteld van de lieve mannetjes en 'k me je dan voorstel tusschen hun drieën, voor wie je àlles bent en voor wie je nog zoo heel veel kunt zijn, hun lieve en hun moedige moefie - en 'k hoop dat jij al 't geluk bij hun zult vinden dat ik je toewensch en dat zij zeker bij jou zullen vinden. En denk er maar niet over wat er met mìj gebeurt - wat dat zijn zal weet 'k zelf niet maar in ieder geval
[1:3]
is 't zonder belang. Ik zou wel naar je willen luisteren maar dan moest je beginnen met te weten hoe alles is voór je erover kon oordeelen. Van avond veertien dagen geleden zaten we in dat café in Brussel voór we naar 't hotel gingen om te slapen, - toen zat je me te vertellen van Koo en dat ofciertje - heb je daar niets meer van gehoord?
Ik zal nu maar uitscheiden want 'k kan toch niet schrijven zooals 'k zou willen en wat 'k schrijven woû heb 'k gezegd: dat je brief me zooveel goed gedaan heeft en al antwoord 'k niet op alles, 'k lees 't telkens weer en heb er heel veel aan lieve Beb, dat zal je wel gelooven want anders hadt je 't niet geschreven en zooals jij 't voelde toen je 't schreef zoo voel ik 't als 'k 't lees. Ik ben nog niet in den Haag ge-
[1:4]
weest bij Cobi - zij is nog in Wiesbaden maar 'k zal 't haar schrijven, 'k heb in lang niets van haar gehoord en weet dus niet of ze weer ziek is - in dat geval moet je je niet verwonderen als je vooreerst niets hoort. Aan van Hamel heb 'k om opheldering geschreven en zoodra 'k van hem hoor zal 'k 't je schrijven. Marie W. schreef me 'n briefkaart om haar bezoek aan te kondigen aanstaanden Dinsdag; 'k hoop dan juist mijn schilderij af te hebben - altijd nog datzelfde - 'k heb in zoo lang niets kunnen doen.
Dag lieve Beb - 't is bij twaalven en nu en dan wordt er al geschoten. Wat 'n herinneringen, wat 'n kijk op 't leven.
Lieve lieve Beb, 'k heb wel veel misdaan maar 'k boet er wel voor.