J.J. Witsen aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 16 juli 1900 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterd. 16 Juli 00.
Beste Wim. Op mijn brief aan Betsy van den 11n. heb ik geen antwoord ontvangen. 'T zou jammer zijn als hij verloren is gegaan want er zat f 35 in. Mogelijk heeft Betsy of jij naar den Haag geschreven zoo als ik aangaf, maar ik ben er niet heengegaan omdat ik Zaterdag zoo'n geweldigen hoofdpijn had. Dit brengt mijn vraag om belet tegen donderdag heelemaal in de war. Ik moet Cobi vóór haar vertrek naar E.H. noodzakelijk spreken. Later dan Woensdag kan dat wel niet & daarom ga ik er dien dag heen, waaruit volgt dat ik donderdag
[1:2]
niet bij jullie kan komen, maar nu kom ik vragen of het aanst. Zaterdag schikt, ten minste als ik wel ben. Henri heb ik in de laatste dagen niet gezien. Van de buitenwacht hoor ik dat hij naar Bussum is. Vreemd dat hij mij er niets van gezegd heeft.
Wat een warmte hè! Ik ben er heelemaal miserabel van, daar ik er volstrekt niet tegen kan.
Hartelijke groeten aan Betsy.
Met een handdruk
je je liefh.
Vader.