Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 13 november 1896 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1011 |
[1:1]
[briefhoofd hotel Adrian, Amsterdam]
13 Nov. 1896.
Daar zit ik nu mijn lieve Beb, 't ontbijt is op en 'k ga zoo meteen naar v. Wisselingh - 't is hier wel rustig in die conversatie kamer waar alleen 'n paar reizigers zitten te schrijven, links en rechts. Ik ben zoo bang dat ze in m'n brief kijken en zien dat ik aan mijn lieveling schrijf maar de eén is 'n franschman en de ander 'n idioot! Hoe heeft Beb 't nou gehad gisteren en vannacht? en verlangt ze nu naar 'n brief van Pim en komt die nu met heel veel liefde erin voor lieve Bebperti lieve
[1:2]
Bebpy, 't lieve goeie vrouwtje. Beb Pim denkt wel voort durend aan je hoor en hij spreekt ook veel over je; Nol en Mina vinden 't ook zoo prettig om van Pimmy te hooren van onzen lieven Pam, - en Mina woû hem zoo graag eens zien, - 'k heb gezegd: dan moet je maar 's komen kijken van den zomer, - ze kreeg 'n kleur van plezier en Nol ook! Nol komt aanstaanden Vrijdag met me bij je, in Wageningen spelen ze niet maar wel in Arnhem, - ik ga dan daar de ‘Taming of the Shrew’ zien. Ik heb gisteren bij Nol gegeten en we hebben 's avonds geschaakt - Hein was er niet; die had juist
[1:3]
'n invitatie gekregen om te komen feestvieren in Hilversum, - misschien dat Lucie jarig is of meneer, - 't was ten minste 'n verjaardag. En gisteren avond zou Hein nog in Suisse komen maar we hebben vergeefs op hem zitten wachten. Nu zal ik zien dat ik je van avond na de kunstbeschouwing nog even schrijf mijn lieveling en anders morgen ochtend. En Zondag om 2 uur kom ik weer bij je - lieveling - Georges heeft z'n ‘Dam’ verkocht aan 't museum in Dordrecht, f 3500. dat is mooi. Maar hij heeft 't ook wel noodig want verbeel je nu dat meneer Kool heelemaal op is zooals ze dat noemen, - met
[1:4]
windhandel aan de beurs. Zoo'n rijke man! Nu, die heeft indertijd geld geleend aan Georges f 4000. en die eischt hij nu natuurlijk op! Dat zal hij (Georges) nu wel weer met Groesbeek vinden maar 't is toch 'n bankroetje!
Wat is 't nu toch gek, wat 'k gisteren ook al zei - nu zit ik hier aan Beb te schrijven en die brief gaat langs de Zonneberg heen en Beb zit in Arnhem en dat wereldje dat daar zoo mooi midden in Gelderland staat, dat hebben Beb en Pim geschapen! Wat rijk toch mijn Beb, kom maar gauw weer terug en versterk je nu maar dat je dik en sterk en gezond bent en dan gaan we zoo'n prachtigen tijd te gemoet. Hè mijn liefste vrouwtje?
Dag mijn Beb, mijn Beb
je
Pim