Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus Erens aan Willem Witsen
Plaats: Schaesberg |
Datum: 28 mei 1896 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Schaesberg 28 mei '96
Amice, ik had je beloofd nog eens te zullen schrijven na mijn vertrek uit Amsterdam. Misschien zult ge dat wel vervelend vinden zoo een brief van me te lezen, van iemand die sinds lang uit den kring uwer kennissen en van uw gedachtenleven is geraakt. Maar kom, onze ontmoeting in de Bodega een paar maanden geleden was toch te amicaal dan dat ik niet de behoefte zou gevoelen nu en dan iets van me te laten hooren.
[1:2]
Toch doodt de afzondering langzaam het communicatievermogen bij den mensch en men wordt ten slotte stom en stil. Ook de litteratuur raakt op den achtergrond men behoudt de sensaties en gedachten voor zich en laat de wereld haar gang gaan.
Gij ontwikkelt in den laatsten tijd een fameuze arbeidskracht: schilderijen en etsen! Gij organiseert exposities enz.
Van de N. Gids begrijp ik niets. Is Kloos weer heel en al beter? Het is toch een elastische natuur.
Wanneer komt gij eens
[1:3]
in deze buurt? Sinds 1 Mei is er hier in Limburg een nieuwe spoorlijn: Sittard Herzogenrath en Schaesberg heeft een station.
In Juli of Augustus ga ik weer naar Holland en zal niet mankeeren je een bezoek te brengen. Opdat ik echter zeker ben dat gij mij kunt ontvangen zal ik je van te voren schrijven.
Hebt gij in Parijs of Berlijn geëxposeerd? Schrijf mij toch eens iets of ge druk werkt op het oogenblik of gij nog oude vrienden in den laatsten tijd hebt gezien en wat zij doen.
[1:4]
Gij wandelt zeker druk op de mooie hei van Ede. Hier ook is de hei voortreffelijk. Gisteren vond ik nog het nest van een woudduif met 1 ei, zij had heel laag bij den grond gebouwd. In every man there is something hunting zegt Dickens en dat is waar, als ik een eekhoorn zie vervolg ik hem zonder er om te denken en als ik er aan denk wat ik doe dan houd ik op.
Addio Wim, doe mijn groeten aan Betsy en geloof steeds aan de vriendschap van
t.t.
F Erens