Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 11 mei 1896 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amst. 11 Mei 96.
Beste Wim,
De aardappeltjes zijn in den besten welstand, Zaterdag ochtend, aangekomen. Gisteren werden ze voor het eerst gegeten, en ze smaakten best. Vriendelijk dank, ook voor de soliede verpakking, verzending enz., en al de moeite. Ik vind het alleraardigst van jullie en het was een heel plezier.
Wimpie is van middag zes uur pardoes pardon uit het raam gesprongen. Hij vloog een stukje hout na, dat op
[1:2]
straat werd gegooid, uit de kamer. Hij ging het cafeetje naast mij in en kroop daar achter de toonbank. Gelukkig was hij behouden beneden gekomen, maar als hij niet wat kalmer wordt, loopt het nog eens mis met hem.
Van middag moest ik met de begrafenis van Spoor mee. De Raad van Beheer stond opgesteld voor den Schouwburg en gaf hem een krans. Ze hadden hem eens moeten aankijken en een beetje aardig voor hem zijn toen hij nog leefde, want hij was
[1:3]
bescheiden, braaf en oprecht en een heel goed acteur. Zijn vrouw vertelde me dat hij heeft zitten huilen omdat ze hem vóór zijn ziekte maar voor één jaar contract wilden geven. Hij kon eens invaliede worden - net alsof ze dan niet hadden kunnen resilieeren.
O, Wim, het zijn zulke doofpotten! Alles voor den schijn, zonder wat hart en wat enthousiasme.
Hoe gaat het met je teentje? Schrijf s.v.p. een briefkaart, want ik wou het graag weten.
Willem zou zonder Van
[1:4]
Eeden niet in Amsterdam komen. Als hij dus wèl alleen komt, moet v. E. een telegram hebben.
Met Jan en Hein blijft het vrijwel tobben. Hein volhardt in indolentie en wil het maar plezierig hebben, en Jan wordt niet beter.
Groet Betsij vriendelijk, en een hand van
Je vriend
Nolletje