Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 24 april 1896 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 24 April 96.
Beste Wim,
Tot mijn groot plezier verneem ik van Jan, dat je zoo prettig aan het werk bent en in je equipage door den tuin rijdt. Die docter in Ede had je niet 12 dagen aan de praat moeten houden met een verbandje, maar dat heb je zelf al bedacht.
Van avond speel ik voor de Regentes, maar mijn rol moest er bijna geheel uit gekapt worden, omdat 't zoo onzedelijk was, wat ik te zeggen had. Ik zet mijn sterke lorgnet op en ga eens lekker in de zaal loeren. Op het Museum werden al de naakt schilderijen
[1:2]
onder gordijntjes gehangen, zoodra ze daar hoorden hoe wij de moeder van onze Koningin sparen willen. Misschien is het goed een beetje op haar te passen, nu zij al zoo lang Weduwe is.
Onze Wim is Dinsdag op het dak gaan wandelen, en gisteren avond hoorden wij hem miauwen. Hij zat bij de buren onder de pannen en werd netjes teruggehaald. Het bovenhuisje wordt voor zijn natuur te benauwd. Hij vangt liever vogeltjes en muizen en wil met andere poesjes praten. Ik vreesde dat hij van het dak was afgevallen.
Ze hebben mij gevraagd of ik weer secretaris wilde worden, maar er zal wel niets van komen, want Schimmel en de Joden: Wertheim en Gompertz zijn er tegen. Klein
[1:3]
Duimpje gaat er tusschen uit.
Zeg Wim, als je een dag niet schilderen wilt en geen logé's hebt, wil ik graag nog eens bij je komen praten, want ik heb toch niemendal te doen, als 's morgens voor de advertencies enz. te zorgen.
Breitner is gisteren naar de audientie en de rout geweest. De Regentes stotterde een beetje en vroeg of hij schilderde. George moest er om lachen en de Koningin moest lachen omdat hij lachte.. 's Middags was er matinée bij Hein, met Mien, George, Royaards, Fons, omdat de koninginnen voorbij waren gekomen, en gisteren
[1:4]
avond soirée bij Hein, met Bouk v.d. Valk, Mien en Jan.
Met Jan is het verschrikkelijk tobben. Geen geld, zijn valsche positie tegenover Zutfen en de Huges. Dinsdag avond op den Dam, schrok ik van hem omdat hij zijn testament maakte. Wij gingen bij Kras zitten, en ik heb hem aangeraden om weekblad-artikeltjes te gaan schrijven. Hij moest wat te doen hebben, buiten de telegrafie óm en hij zou er nog wat mee verdienen - boven dien heeft hij van alles verstand; en hij weet b.v. precies hoe de telephoon-kwestie in elkaar zit.
Groet Betsy hartelijk en beterschap!
Je vriend
Nol