Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 27 mei 1894 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 27 Mei 94.
Beste Wim,
Wat een ramp voor dien armen Pet! Ik heb heel erg medelijden met hem. Willem vertelde mij dat hij eerst zei: ‘het is mijn schuld, ik kan met niemand meer omgaan, met jullie ook niet!’ Maar hij is goddank zoo verbazend sterk. Hij heeft zich geresigneerd en is heel gauw weer aan het werk gegaan. Zijn brochure is nu klaar, en hij wijdt zich heelemaal aan zijn vrouw en laat haar niet alleen. Hij is een prachtige kerel.
Ik hoop Wim dat het kindje dood gaat. Het hoofd schijnt ook
[1:2]
te groot te zijn, en ik heb zoo iets gehoord dat er nog wat niet normaal zou wezen, maar wát weet ik niet (ik bedoel behalve het beentje en het armpje). Ik denk den heelen dag aan hem. De jongens hebben het stumpertje niet gezien en de moeder evenmin. Hein was in Pet's huis, toen het gebeurde.
Ik dacht zoo half dat je dadelijk naar hem toe zoudt gaan. De jongens zwerven nu alle dagen in Amst. en komen dikwijls bij mij. Het is natuurlijk in de war met het eten bij Pet. Willem kreeg f 100 voor de vertooning van Rhodopis.
[1:3]
Zeg, Wim, ik heb heel veel plezier bij je gehad. Ik zie er nog uit alsof ik vier weken in een bosch heb gelegen - zoo gezond en rood en verbrand van de zon. Je hebt daar een heerlijk leven, omdat je al de dingen doet, die je doen moet om gelukkig te zijn. Ik zou er niet geschikt voor wezen, omdat ik niets weet van landbouw en bloemen en kippen. Staat je pomp er al óp? Daar mag je wel een handje aan meehelpen.
Wil je Betsy vertellen dat ik nog zes minuten aan het station wachtte voór de trein kwam?
Bij Buffa hangt een teekening van je voor het raam. Een ophaal-
[1:4]
brugje, met de lucht, die spiegelt in het water. Het heeft iets van het schilderijtje, dat bij Chap hangt.
Breitner heeft die wagen, met twee paarden er voor, op den brug, hoog in de wijde lucht, met sneeuw verkocht aan Ten Bokkel, die 't zijn bruid present geeft. In den Rotterdammer staat een geweldig stuk van De Meester over zijn Dam.
Deze week moest ik 's middags in de Bodega nog eenige glaasjes virmuth gaan drinken, anders was de overgang mij te kras.
Prosit Wim, veel liefs voor Betsy,
Je
Nollebol