Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [maart 1893] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1135 |
[1:1]
Dinsdag avond
't Was zoo heerlijk van daag twee brieven te krijgen van mijn Beb, - de tweede kwam al even voór tweeën - en de andere bij de pap; - nu is mijn lieveling al weer in haar bedje want 't is al over half twaalf en 'k zit bij Jan; (hij ligt te lezen op z'n canapé). - Morgen, mijn liefste Beb mijn kleine lieve Bebpy komt Pim in Haarlem om 7.20 geloof 'k. Ja, Beb heeft Pimmy wel verwend den laatsten tijd, zoo elken dag bij hem op 't atelier - 't was zóo leeg en koud van daag, zoo vreeselijk
[1:2]
alléen die Pim. 'k Heb de etsen gedrukt voor Georges - niet veel bizonders, en Tak is bij me geweest en later Marie, die de parapluie bracht van Beb - ze verveelde me 'n beetje omdat 'k zoo moê was van 't drukken en toen ze weg was ben 'k op bed in slaap gevallen tot half zes. - Bebpy lief, mijn eigen lieveling over twee maanden - 't is nog wel lang maar dan is 't ook uìt! - hoeft Beb nooit meer alleen naar haar kamertje in Haarlem, waar ze zulke lieve brieven schreef aan haar eìgen jongen, zulke heerlijke liefde brieven mijn Beb, zoo vól van Beb en Beb voor Pim
[1:3]
(Jan heeft niet eens vloei in huis!). Bebpy-mijn, wees toch niet angstig als je 's nachts wakker wordt - als je 'n kaars aansteekt dan zie je 't portret van Petit noir en de mooie Dijsselhof boven je bedje - geeft je dat geen rust? en dan te weten van over 'n korten tijd - 't is m[eer[?] 't verlangen - in 'n heerlijk land te zijn met je jongen voor goed en àltijd samen! O mijn lieveling Pim heeft ook zoo naar je verlangd - -
Morgen ga 'k naar mijn vader en moet 'k een en ander voor Willem in orde maken.
Dag mijn lieveling mijn Beb - slaap je nu al? Denkt Pimmy aan je nog zoo lang van avond voór hij slaapt terwijl Beb misschien van
[1:4]
hem droomt,
dag mijne, dag lieveling, dag Beb
je
Pim