Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 19 augustus 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1102 |
[1:1]
19 Aug, avond [189]1
Mijn eigen lieve Bebpy, nu heb 'k al twee heerlijke brieven van Beb en nog 'n kleintje bij 't pakje - en nog heb 'k niet geantwoord! Maar Beb, mìjn Beb, ik heb zoo hard gewerkt! Gisteren en van daag ben ik zoo'n eind opgeschoten met François, - daàr heb 'k toch zóoveel plezier in - en van daag heb 'k ook weer model gehad en heb 'k ook daaraan heerlijk gewerkt - zóo veel vooruitgekomen. En gisteren heb 'k 'n bezoek gehad van Frank en hebben we voor den middag 'n afspraak gemaakt (François kwam poseeren) om zamen te gaan eten. We zijn bij Kras gegaan en 'k hoef niet te zeggen dat Frank heel wat afgebabbeld heeft - heel aardig en gezellig. Hij was eergisteren in de stad gekomen met z'n vrouw en Nini en Janpie, Théta (hoe spel je dat) en Titia Gorter - maar gisteren ochtend wilde je schoonzuster weêr naar huis en is Frank, alléen, gebleven tot den avond. Ze waren ook in Artis geweest en Frank, alléen, gisteren in
[1:2]
't museum, - daar had hij ook natuurlijk veel van te vertellen - en nà 't eten zijn we gaan billarten en later tegen negen uur heb 'k hem naar 't station gebracht. - De portretjes had hij nog niet ontvangen (ze zijn zeker aangekomen nadat hij weg was) - en door z'n praten is me een en ander duidelijk geworden wat 'k eerst niet begrepen heb. - 't Portret van Martha vond hij heel goed - hij had haar ook wel zóo zien kijken maar dan noemde hij haar geaffecteerd! Bebpy-lief, van portretten gesproken, - 'k zend die proeven niet terug; die wil 'k veel liever houden, - als 'k ze bezie, loop 'k weer met mijn Beb op den weg naar Ede, - ze zijn in een tè nauw verband met dien heerlijken dag, mijn Beb - en dàn, 't is toch Bebpy altijd enz., enz. - laat ze mij maar houden, Beb? - 't Is 'n vervelende vent, die fotograaf en 'k begrijp niet hoe je nog met zoo'n kerel praten kan, - 't moet heèl, heèl vervelend geweest zijn voor Beb - en dan ook, je weet 't wel - met onwillige honden is 't kwaad hazen vangen, enz. - en 'k geloof nooit - vooràl nu je 'n autoriteit gesteld hebt boven of tegen over de zijne - dat hij iets goeds zal maken.
[1:3]
Beb laat Pim 't maar doen, - die zal 't wel mooi doen, o zoo mooi - Bebpy mìjn, kom je nu over 'n paar weken alweer in Haarlem? - 't Is naar dat Martha weg gaat. - Kun je haar niet nog wat laten blijven en Free naar Bussum terug sturen? - Beb je schreef zoo aardig over je bezoek aan dien tuin van 't kasteel, kun je daar niet wat gaan logeeren bij die oude freule? Kapteyn is weer in de stad geweest, maar heeft me weer niet bezocht - 'k denk dat hij 't te ver uit de buurt vindt en dat hij liever alleen in de stad gaat om te fotografeeren. Àl die lui zijn zoo eigenwijs, - 'k zou wel graag 's naar Zandvoort gaan maar 'k heb geen tijd. Met Frank heb 'k afgesproken dat 'k 's bij hem kom kijken als de portretjes hangen en als 'k klaar ben met m'n schilderijen voor de tentoonstelling - van daag ben 'k begonnen te schilderijen aan 't eene waar je de schets van hebt gezien op 't atelier - 't was zulk goed licht, aldoor zon, tot later 'n onweers bui op kwam zetten en toen ben 'k moeten uitscheiden.
'k Zie tegenwoordig niemand van de kennissen dan François en Ietje - Kobus heb
[1:4]
'k in lang niet gezien - Karsen eventjes; Willem en Hein zijn nog aan 't wandelen - Breitner komt juist hier binnen in de bibliotheek van Arti, - hij zit te lezen, 'n eindje van me af in de N.G. - Hij vindt z'n portret zelf ook zoo slecht maar 'k geloof dat goed bezien hij 't erg prettig vindt om zoo in al de sigaren winkels en kroegjes te hangen. Nu verlang 'k maar naar morgen om te werken, - 'k wou zoo graag dat 'k die dingen goed afkreeg voor Arti - en 'k zie 't er nog heelemaal niet in, - 't is zoo vervelend als er agitatie bij komt, - Bebpy, míjn Beb, 't is hier geen gelegenheid om prettig en lief te schrijven - er zijn nu al meer menschen binnen gekomen, oude heeren en halve kennissen. - Beb, 'k schei maar uit - je weet 't allemaal, - hoe heerlijk 'k nu werk en tevreden ben en geduldig wachten zal op Bebpy - dag mijn lieveling, dag mijn eigen lieve Bebpy - schrijf asjeblieft weer gauw - 't is zoo heerlijk, zoo'n brief en dien lees 'k dan stilletjes voor mezelf in m'n bed, 's morgens of 's avonds, - of op 't atelier als 't middag is.
Dag mìjn eigen Bebpy
je
Pim