Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Londen] |
Datum: [26 november 1890] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1112 en 1131 |
[1:1]
Woensdag avond
Ik kom daar juist thuis lieve Beb en vind je brief - je lieven heerlijken brief op de bank liggen. - O Beb jij bent me 'n presentje! - Toen 'k je brief uit had, dacht 'k - hoe ondeugend toch om, als je 'n heelen dag voór je hebt - en zoo heerlijk alleen bent - om maar 4 zijdjes te schrijven! - En toen zag ik in eens 't tweede gedeelte van na de koffie - maar liefste Beb - nu achteraf ben 'k toch niet tevreden want je schrijft 't is ¼ voor eénen en je eindigt met iets te zeggen van 't busje dat om ¼ voór tweeën geleegd wordt - en toch laat je
[1:2]
eén heel velletje onbeschreven! Ja, ik heb wel dubbel port over voor m'n brieven - vooral zou 'k niet willen dat jij dien betaalde voor dien inhoud - maar zie je - voor àl dat witgelaten papier zou 'k zeker niet betalen, zelfs geen enkel port. Nee, nee mìjn Beb - 't is niet waar dat 'k ontevreden ben - o zóo heerlijk is die brief - en daarenboven 'n verrassing want er is 's avonds geen post uit Holland en rekende 'k er dus heelemaal niet op. - 'k Denk dat de boot zoo laat is aangekomen door de mist op zee want volgens je schrijven had-ie er van ochtend al moeten zijn.
[1:3]
Beb, 'k heb van daag weer niet gewerkt - 'k durfde niet te kijken naar 't portret en m'n schilderijen moeten nog wachten - en 'k had niets geen lust om te werken. - 'k Heb m'n correspondentie uitgezocht - maar 't is onbegonnen werk - aldoor lezen in die ouwe brieven, allerlei ouwe kwesties die 'k al bijna vergeten was - o jé, zoo afschuwelijk vervelend - en dan m'n dag boek en brieven van mezelf aan Jacobus en aan allerlei menschen - o zoo vervelend. - Als 'k dàt zie van vroeger - hoe eenvoudig is dan alles nù. - Als 'k niet wist dat er zulke aardige en prettige brieven bij waren van Jacobus b.v. en van Mauve en Tholen - dan zou 'k alles maar gauw
[1:4]
in 't vuur gooien, - maar 't ergste van alles zijn brieven van m'n vader en van m'n familie over mezelf - en nu achterna zie 'k alles zoo duidelijk en dan wordt 't verschrikkelijk die aartsdomheid om je nog zoo veel moeite te geven, - maar natuurlijk hadden ze allemaal gelijk, ze kunnen immers niet anders zien! Maar 'k heb van middag ook 'n heele boel geprepareerd om nieuw werk te beginnen - dat zijn van die dingen die moeten gebeuren en vooral die gebeurd moeten zijn als je aan 't werk wilt gaan. - Beb, 'k ben zóo bang dat je dat portret toch niet goed vinden zult - hoe kan 't nu ook? - 'k Zal 't Kapteyn maar vragen - maar wel zal 'k 't af maken zoo ver, 'k kan en zal 't niet vernietigen.
O mijn Beb ga toch niet alleen - kom maar liever hier, Beb
[2:5]
kom maar liever bij Pim, Beb - o je zult zien hoe heerlijk 't zijn zal, samen. Maar kun je me niet vast 's uitleggen wat voor das je noodig hebt? Dan ga 'k naar Liberty en dan zend 'k het je in 'n pakje.
Beb, m'n poes ligt op 't oogenblik ook hier dicht bij me op de ‘rug’ voor de haard - maar die brandt niet - dat is veel te laat 's avonds - en zóo koud heb 'k 't niet - maar buiten vriest 't hard en is 't toch zóo koud! - Nu komt 't goed dat je morgen Fr. spreekt - hij kan met zulk weer toch niets buiten doen, - o Beb schrijf toch welken dag - aan Holborn Viaduct Station? - om acht uur 's morgens. - Neem vooral dik goed meê op reis Beb, 's nachts op die boot is 't zoo koud, en vooral nù, - dan breng 'k
[2:6]
jullie naar je hôtel - in King's Cross? - en dan gaan we heerlijk op weg. - O Beb, Beb - en dan komt 't er niets op aan of 't al om twee uur donker wordt - maar met zulk weer als nu - 't is wel leelijk op straat - blijft 't licht tot bijna vier uur. - M'n poes zit aldoor stil te kijken - er zijn zooveel torren en muizen - 'k geloof dat 'k van avond alleen hier in huis ben - 'k hoor niets beneden en daarom is die poes maar bij mij gekomen, denk 'k. Beb, ik ben quite a stranger here tegenwoordig - 'k ben heelemaal niet meer op m'n plaats. - Beb als jij niet hier komt dan kom ik weêr in Holland want 't is onzinnig en onbillijk en onnatuurlijk - en Beb, - 'k verlang zoo naar m'n duinen-etsen - hoe kan dàt leven in Londen Beb, - Beb 'k heb altijd gevoeld hier als in ballingschap - 'k
[2:7]
heb altijd gedacht dat 't niet anders kòn - maar nu is 't zoo onnatuurlijk om weer hier te zijn met alles om me heen van toèn - terwijl 'k zoo vol ben van - - -.
O mijn Beb - wat 'n geknoei - lieve Beb, deze moet van avond nog weg en 'k heb zooveel tijd laten verloren gaan met vervelend gedenk. Over Baring Brothers heb 'k wel iets gelezen maar 'k ben 't vergeten - Kapteyn sprak er niet over - die is veel te veel in z'n fotografie-liefhebberij.
Lieve Beb, nu moet 'k eindigen en zal ook eens 'n heeleboel wit laten om te laten zien hoe dat staat, - och mijn lieve Beb, mìjn Beb
dag Beb,
je
Pim
[2:8]
'k Schrijf tóch morgen weer - Beb.