Noord en Oost Tartarye

Volgt Een andere Lyst van Steden en Plaetzen, met hunne afgelegentheit, en benamingen, zoo als men in, en na Siberie reist, gelijk ze my uit die gewesten toegekomen is.

VAn de Stad Moskou tot Pereslaff, is	24 myl.
Van Pereslaff tot op Jereslaff,	24
Van Jereslaff tot op Wolgda,	50
Van Wolgda tot op Totma,	50
Van Totma tot Oustinga,	50
Van Oustinga tot op Witsinga,	12
Van Witsinga tot op Keigorodock,	100
Van Keigorodock tot op Solkamski,	100
In de laetste twee honderd mylen woonen de Permeken, of Permakken, zijnde van de Russche Godsdienst, en hebben hare eigene Spraek^*. De groote Rivier Cham, of Kama, loopt daer omtrent twee honderd mylen weegs verre, en valt twee mylen van de Stad Kasan, in de groote Rivier Wolgda. De Menschen zijn daer meestendeel Heidensch, en worden Zermisen, of Ceremissen, en ook Mordwinnen genaemt; hebbende ook hare eigene Tael en uitspraek.
Van Solkamski reist men over een grooten steenen Berg, Vergaturi genaemt, de welke is op de Siberische Grenzen; en van daer gaet men op de Stad Vergaturia, zijnde een reize van	50
Geduurende deze vyftig mylen weegs, woonen Heidensche Menschen, Wagoltsen of Wagoli genaemt.
Van Vergaturia tot op Jepantsin, zijn	40
Van Jepantsin tot op Tomyn, zijn	24
Van Tomyn twaelf mylen weegs reizens, valt de Rivier Tour, in de Rivier Tobol.
Van de Rivier Tobol tot op de Hooft-stad Tobolski, zijn	24
Een vierde van een myl weegs van Tobolski, valt de Rivier Tobol in de groote Rivier Irtis.
Van Tobolski tot op Danianski, zijn	40
Van Danianski tot op Samarot, zijn	60 myl.

Een myl weegs van daer valt de Rivier Irtis in de groote Rivier Obbe, of Oby.

Van Vergaturia af, tot aen Samarot, by na een streek van honderd en zeventig mylen weegs lang, woonen Tartaren.

De plaets waer de Rivier Irtis in komt, word genaemt Newel Protock. Hier teld men niet meer by mylen.

Twee dagen reizens van daer, komt men eerst recht op de Rivier Oby. Opwaerts zes dagen reizens verder, zoo komt men tot Zurguth. De Lieden, de welke opwaerts de Oby woonen, worden Astakken genaemt; zijnde een arm volk: bidden den Duivel aen, de welke, zoo men zegt, met haer spreekt door een houten beeld.

* Is gebroken Rusch.

[p. 857]

Van^* Zurguth tot op Narin, is men drie weeken en tien dagen op reis. In de Winter-tyden reist men met Honden, voor kleine Sleetjes gespand; en in de Zomer met Schuiten.

Van Narin tot op de Rivier Thom, reist men tien dagen. Die Rivier opwaerts, reist men twee dagen tot aen de Stad Thomsko.

Van Thomsko tot op Kustneits, is drie weeken reizens, daer woonen onderweeg ook Tartaren. Deze gemelte Stad Kustneits, is de laetste Stad op de voorschreve Rivier Obbe. Aldaer beginnen de Kalmakken, een vry Volk zijnde, die geene Steden hebben, en van haer Vee leven.

Vyf dagen reizens van Kustneits, woonen de Kirgisen. Deze zijn ook vrye Lieden: hebben dikwils oorlog met de voorschreve Tartaren gehad.

Twee weeken reizens door het Land van de Kirgisen, komt men aen de Moegaelsche Grenzen; doch eerder aen het Land van den Zar Altin. Dit Volk houd goede vriendschap met de Russen, maer met de Kalmakken zijn ze altoos in stryd en oorlog.

* Andere berichten, die ik gevolgt heb, willen dat deze plaetzen nader aen malkander leggen.