Noord en Oost Tartarye
(1705)–Nicolaas Witsen– Auteursrechtvrij
[pagina 727]
| |
gerekent honderd en twintig Steden aen den Don te leggen, van de welke de volgende wel de voornaemste zijn. Asof, of na uitsprake van verscheiden Osof en Asaf, Kasaf, of Kasawa, was de Turksche Grens-stad, aen de West zyde van den Don; doch nu in de magt van zijne Tzaersche Majesteit; alwaer zy haer in het Moeras Meotis uit giet. In deze Stad wierden de Menschen, van de Kozakken aen de Volga gerooft, den Don afgevoert, aen de Turken verhandeld. De Turken lieten de Kozakken niet toe, voorby deze Stad in de Zwarte Zee te varen: ten dien einde hebben de zelve een Yzere ketting over den stroom gespannen gehad, en tot bescherming van de zelve, een Bolwerk daer by geplant. Tjerkaski, of Tjerkas Gorod, is de Hooft-stad der Kozakken op den Don, aen de West zyde van de zelve Don, en zeven Wurst over Asof, gelegen op een Eiland; onder deze hebben de Kozakken een Graft, twintig Wurst lang, tot aen de Rivier Kalantsju getrokken, waer door zy aen de Zwarte Zee komen, en in dier voegen de gemelte Ketting, en Vesting myden, om dat de Gracht van de zelve, even zoo ver af legt, dat de zelve met Geschut niet kan bereikt worden. Alhier houd zich op haer Hooft of Veld-heer, de welke Jaerlijks van hen Kozakken verkooren, of zoo de zelve hun aenstaet, bevestigt word. Onder, en omtrent Asof, leggen noch de plaetzen Pribulanski, Dornoip, en Rikof; hooger den Don opwaerts, leggen noch eenige ter afstant van een dag reizens, de volgende Steden: Manetsi, Bisergenef, Rosdor, Kotsjitof, Poposske, Slotoi, Jesawulof, Kabulkina, Tsjir nisne, Tsjir Wisne, Piätisbe, Golubie, Pantsjina, Katsjalina of Katsjalin, Ilowlinka of Jelowla en Ilowla, Sirótina, en Grigorienska. |
|