Noord en Oost Tartarye
(1705)–Nicolaas Witsen– AuteursrechtvrijByzondere aentekeningen,Wegens eenige Persische, Usbeksche, Scythische of Tartarische, en de daer aenpalende Landen; beneffens verhael van onlangs voorgevallene zaken in het Usbeksche Land. Midsgaders eenig bericht, nopende 't Kalmakken Land, zoo als het zelve in Persien bekent is. Gelijk dit bericht tot Ispahan by een gebragt en ter neder gesteld is, door den zeer geleerden Heer Herbert de Fager, eerder Opperhooft der zaken van de Nederlandsche Maetschappy in Persien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wyze van Godsdienstigheit die Konink, Abbaas de Groote, ten deele te voet van Ispahan na Mesihed, in Chorasan gedaen heeft gehad, met de afstant van de Rustplaetzen, zoodanig als toen met een touw gemeten zijn.DE Konink Abas of Abbaas de Groote, had in een zeer zware krankheit, een geloste gedaen, dat hy, by weder erlanging van gezondheit, een Bevaerd na Mesihed in Chorasan, tot bezoeking des Grafs van Imaam Rizaald, aenvaerden zoude. En gelijk hy van die byna wanhoopelijke ziekte wederom opstond, en tot zijn volkomen herstelling geraekte, alzoo heeft hy ook niet nagelaten in de volbrenging van die Godvruchtige Reize, zoo dra als zijne gelegentheit zich daer na schikte, leggende t'elkens tusschen ieder twee Manzels of Rust-plaetzen, uit een eerbiedig en nedrig ontzag, voor dien Heilig, eenige gedeelte weegs te voet af; gelijk zich ook ten dien einde met ettelijke paer makkelijke schoenen, zoodanig als de loopers in dat Land gewoon zijn te dragen, voorzien had: trekkende een gedeelte van de weg, te paerd; alhoewel het in Persie de naem had, dat zijne Majesteit die geheele Reize tusschen Ispahan en Mesihed, t'eenemael te voet overgebragt heeft gehad, terwyl dagelijks die plichtigheden van gebeden, als anders, pleegde, als by hen in een zoodanige Bedevaerd vereischt worden: en gelijk hunne gebeden ook na de korte of verre afstant van de weg, die zy t'elkens afdoen, na hun langduurigheit, en andere omstandigheden bestelt worden, en verschillig zijn, zoo heeft hy ook die gansche weg, zoo veel als dagelijks reisde, met een touw laten afmeten, om zijne waerneminge van gezeide plechtelijkheit daer na net te schikken. En gelijk my nu, omtrent zes en twintig Jaren geleden, van eenen Persiaen, genaemt Rustembeek, toen een Sohhbet-fesawul-Basji dat is, een Opperste Sohhbet-fesawul of Marschalk van de Deurwaerders der openbare zitting van zijn Majesteit, die alles, wat daer te doen is, en den Konink gelast, te bestellen, waerneemt, en ieder een doet roepen en halen, die daer tegenwoordig moeten zijn, de Lyste is bestelt van alle de Rustplaetzen tusschen Ispahan en Mesihed, daer dien Grooten Abas zich t'elkens ter neder sloeg, met aenmerkinge van afstand tusschen beide, na die metinge bevonden, zoo zal de zelve hier doen volgen. Deze meting is beschikt door eenen Maka Dzielaal, een Muneddzjim, of Sterrekyker, met een touw, dat vyftig kubiten van Ispahan, of tachtig kubiten, na de Geestelijke maet, lang was, rekenende een parasang of Persiaensche myl op honderd en vyftig zulke touwen:Ga naar voetnoot* waer op dan deze Lyste ook geschikt is. Van Safahaan, dat is, Ispahan, tot aen de Rebathi Khazi Ammaad, dat is, de Karawansera van eenen Khazi Ammaad, een Geestelijke Richter,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 420]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 421]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men hadde voor deze Reis van Godvruchtigheit, Ys van Ispahan mede genomen, waer van alle daeg aen ieder uitdeeling gedaen wierd, schietende in Mesihed, voor noch zeven dagen Ys over, dat zy aldaer ook genuttigt hebben. Volgt eenig bericht, nopende het gewest van Heraat, my uit Ispahan toegezonden. Van Mesihed na Heraat, zouden de volgende Mouzils tusschen beide leggen: als
Eindelijk Heraat, of zoo begeeren na Medrasah Mahhmoed-châni, te reizen, is. Van Sengbest tot Heraat toe, vlak Land, in welk men veele waterloopen heeft. Op de weg heeft men een groote Rivier, hebbende daer over een brugge, die Tiri Pul heet; en men heeft noch een andere brugge by Sebzowaar, drie dagen aen geene zeide Heraat, die de Persianen Puli Sebzowaar noemen, loopende dit water ook voorby Heraat, en zoudende mede voorby het Kasteel van Kandahaar stromen. Van Heraat heeft men acht dagen reizens tot aen de Rivier Murgaab, en men heeft daer tegen over, Balch, en legt aen deze kant het Kasteel Maroetsiaak. In 't Land van Heraat heeft men zomtyds Pistacie-bosschen, noemende de Pistacien, die zonder pit zijn, Buzgoendzi, welke tot verwen de Persianen gebruiken. In Heraat heeft men veel Regen en Sneeuw, zoodanig, dat het wel acht dagen aen malkander Regent. Van Sebzowaar gaet men over Zemien Dawer, wanneer na Khandahaar willen. Van Heraat gaet men na Sebzowaar en dat heen, reizende, ontmoet men een Woestyne, die zy Loet Chabies heten, welk drie dagen wyt is, ontmoetende daer na noch een Woestyne, die Loet Moedaar noemen, eer dat noch in Kirmâân komen. Heraat, Khandahaar en Kirmâân, zoude by na van een klimaet zijn. In Heraat heeft Timoer een schoone groote Medrasah gesticht, die noch in wezen is. De streek van Mesihed na Heraat, zoude wat meer Zuidelijker, als na het Oosten strekken. Dus verre dit klein bericht. Van de Landstreek omtrent de Persische Stad Asterabaat, niet wyt van de Kaspische Zee gelegen, spreekt zeker Reiziger in een Brief, aen my als volgt. De Valeye van Sâwer strekt zich anderhalf myl, met verscheide takken tusschen het gebergte in, wezende meest doorgaens van gezaei, uitnemende schoone groene Weiden, zeer vruchtbaer en vermakelijk, midsgaders, met verscheide water-loopea hier en daer doorsneden; 't gebergte hier rondsom is met geboomte en heesters overal zeer dicht bewassen, in 't welke zich een groote menigte van Herten, Hinden, Ree-bokken, en wild gevogelte onthouden. Dit gewest leit in het Landschap van Tabarestan of Masanderaan, wezen. de in 't Noorde de Kaspische Zee, omtrent veertien mylen van hier afgelegen. In 't Noord-noord-westen, twaelf mylen van deze plaets af, heest men de Stad Asterabaad, in een vruchtbare en plaizierige oord gebouwt, leggende tusschen beide een over ysselijk hoog gebergte Zieusawar genaemt, midsgaders, uitermate schoone Bouw-akkers en Gras-velden tusschen 't gebergte in gestrekt, werdende Hezaar-zierieb genaemt. In het Noord-oosten, twee mylen van hier leit ook een ongemeene hooge Berg Zjihaan-Numa, dat is, vertoonder des Waerelds geheten, konnende van daer by klare en heldere Lucht, de Kaspische Zee beschouwt worden. Dus verre uit dit vertoog. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenige byzonderheden van de groote weg tusschen Damegaan en Mesihed.DE weg tusschen beide deze plaetzen is meest overal vlak en effen Land, zonder over Bergen te trekken; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men rekent twaelf Manzels of Mouzils, dat zijn dagreizens, of nachtrust-plaetzen, tusschen beiden: als,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De weg tusschen de Stad Asterabaad en Mesihed in Chorasan, uit de mond van eenen Asterabadier.VAn Asterabaad reist men tot een plaets Khozilah of Kozlach geheten, onder aen de voet van eenen byzonderen hoogen Berg, daer over een zware weg heenen strekt, die zy Kotelidzjeudzjawari, of Dzjeudzjawali noemen, en wegens hunne moeyelijkheit en hoogte, in Persie genoeg berucht is. Dit Khozilah word gerekent op vier mylen van Asterabaad. By Khozilah is een Rivier, die van Moedzjen af komt, zeker plaets op een staert, of slip van een Berg gelegen, aen de rechter hand of Oostwaerts van Asterabaad; nemende dit water zijnen loop na Zee, en hebbende boven aen de linker hand van 't zelve het Stedeken of Vlek Besthaan, daer niet verre van daen; doch de Tsiemen of Weiden van deze plaets leggen ter zyden af. Men rekent verders acht mylen van Khozilah tot aen Bedziminoen: te weten, eerst twee mylen tot aen de Kowl, of de naeuwe doorgang van dien Berg: daer na noch al over dat gebergte, tot aen een plaetze, die men Dziering-Bezing noemt: en eindelijk noch twee mylen tot Bedziminoen, hebbende tusschen Khozilah en Bedziminoen, niet als gebergte, en dan voorts Desit, dat is, Heide of Vlakte, tot aen Besthaan, Oostwaerts op gelegen. Van hier gaet men over dien zwaren Berg, bestedende daer toe omtrent zes uuren, tot dat men aen de andere zyde, in een plaets komt, Bedziminoen geheten. Van hier heeft men voorts vlakte tot aen Mesihed toe. Van Bedziminoen tot aen Besthaan zijn zes mylen, over een vlakke weg. De Tsiemeni Besthaan, dat is, de Grasvelden en Weiden van die Stad, zouden bewesten deze Hooft-plaets leggen. Voorts tot Mejamei twaelf mylen, tusschen beide zijn woonplaetzen en gewas. Van daer over Alhaak tot Mezinaan vier en twintig mylen, alwaer Koper-groeven zijn. Dan tot Puli Ebrisium, dat is, de Zyde Brugge, over een zout water geslagen, vier mylen lang; hebbende deze naem gekregen, om dat gesticht zoude zijn van een Vrouw, die zich met de Zyde-handel erneerde. Alhier zoude het gebied van Asterabaad scheiden, en het verdere onder Mesihed gehooren. Van Mezinaan tot Mihr, 't welk lichtelijk het zelve met Meh zal wezen, zes of zeven mylen. Dan tot Sebzowaar acht mylen. Voorts na Seng-Kelider, ook omtrent acht mylen. Daer na bejegent men Turkemaneh, dat is, een Turkemans plaetze, of ophouding, omtrent vyf mylen verder. Op de weg ontmoet men eenige Bergen op zyde, anders is de weg effen. En voorts, na drie of vier mylen, is men tot Nisiaboer. Dan tot Khadamgahi Imaamriza, hier | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 423]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vooren gemeld, omtrent vyf of zes mylen wyder. De naem van deze plaets betekent een voetstap van de gemelde Imaam Riza of Rizaald: door dien deze Imaam aldaer een indruk van zijn voet in eenen steen zoude gelaten hebben, de welke d'Inwoonders daerom ook in eerbied houden. De weg is vlak en effen, als vooren: en alhier komt men by Kariez-water. Dan komt men tot Oelakhi-bend of Oelaakh-bend: aldus geheten, om dat aldaer een Bend, dat is, een steene schutdyk is, om het water van een middelmatige Rivier op die plaets te bedwingen, en op te houden: als mede het zelve water dan zijn vereischte loop te geven, na de plaets, daer zy het begeeren. Tusschen dit en Mesihed is het wat bergachtig, omtrent anderhalf myl lang, en dan voorts essen, en vlak tot aen Mesihed toe: en word deze Berg, die tusschen beiden is, Kolhi Toroch, dat is, de Berg Toroch of van Toroch geheten. |
|