Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 6 VIC-ZYP
(1827)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Bernard Warnaar]Warnaar (Bernard). Op den 28 Junij 1706 werd de schouwburg te Haarlem ingewijd met eenige zamenspraken op rijm tusschen mythologische en allegorische personaadjes, door dezen warnaar opgesteld; het boekje is een curieus gedenkstuk van den wansmaak der vorige eeuw; verba et voces praetereaque nihil.... doch ja, wij zien hier een syllogismus op rijm, dat opmerking verdient: | |
[pagina 436]
| |
Wie dat den Schouburg scheldt ontziet geen overheden,
Want de eerste grontsteen is door hare gunst gelegt;
Wie 't nieuw Tooneel bestormt veracht het wettig recht:
En die 't gerecht bestormt behoort men te verjagen
Ga naar voetnoot1.
Zeker, zeker... en zelfs zwaarder te straffen, naar exigentie van zaken. Het Haarlemsch tooneel heeft echter nooit veel figuur gemaakt, niettegenstaande pallas voor honderdtwintig jaren met zoo veel ophefs beloofde: Ik sal u noch eerlang lusthoven, rijk van vrugten,
Een hellen, vol van spook en sielen, die naar suchten,
En hemelen, vol glans, op 't wonderlijkst doen sien.
Hier sullen goden en godinnen komen vliên
Op zwaanen, arenden en paauwen, vol van oogen,
Men salse hier ook sien van draaken voortgetoogen,
Doen rennen deur het swerk, dat om haar wagen swiert,
De menschen sullen hier verscheppen in gediert
En boomen, hard van schors, en boomen weer in menschen:
Natuur sal uwe kunst, van spijt, in d' afgrond wenschen.
Out Romen, daar de roem van spelen heeft gewoont
En Grieken, dat om 't spel net lauwren wiert gekroont,
Vertoonden noit so veel
Ga naar voetnoot2
als men te Haarlem, even buiten de Groote Houtpoort, vertoonen zou; de uitkomst heeft ondertusschen geleerd hoe weinig staat er op dergelijke beloften te maken is. |