[Evert Schilderup]
Schilderup (Evert). In 1807 trad deze
jeugdige krachtvolle dichter op met een' stouten Lierzang, getiteld: Leidens
Ramp geene Gods-straf, bij gelegenheid van de bekende vreesselijke
buskruidramp te Leyden. Deze stelling en de geheele toon des lierzangs
was geheel niet naar den smaak van sommige lieden, en het regende
tegenschriften, grootendeels om het tegendeel te betoogen, of die stelling als
goddeloos te doen voorkomen. De Amsterdamsche Predikant van
voorst drong hem in openbaren druk, bij herhaling, hoewel vruchteloos,
tot een mondgesprek over den inhoud van dezen lierzang, die ook aan den anderen
kant niet weinig voorstanders en verdedigers vond. De geheele twist geraakte
ondertusschen weldra in vergetelheid, en schilderup handhaafde zijn' verkregen
roem als dichter door nog eenige zeer fraaije dichtstukken, doch overleed reeds
in 1808, nog geene twintig jaren oud zijnde.
De zanggodinnen verloren in dezen jeugdigen dichter een' waardig'
priester, die het vaderlandsche zangkoor in rijper jaren ongetwijfeld tot eere
en roem verstrekt zou hebben. Zijn welig vernuft leverde een' onuitputbaren
rijkdom op van nieuwe