Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Gerhardus Outhof]Outhof (Gerhardus), Amsterdammer, eerst Predikant en Rector te Embden, en vervolgens in beide hoedanigheden te Kampen, was een zeer geleerd man, doch middelmatig dichter. Behalve zijne Poëzy, in twee deelen, te Embden, 1708 en 1711, en zijne gerijmde uitbreidingen der Keizerlijke Rijkszinspreuken, in 1711 te Gouda gedrukt, heeft men van hem eene vertaling van den Πιναξ van cebes, onder den titel van Levenstafereel van cebes den Thebaner, in 1727 gedrukt. De tekst van dit werk is bijkans begraven onder de noten, die meer blijken dragen van pedante geleerdheid dan van gezond oordeel en goeden smaak. Vervolgens gaf hij in 1739 te Leyden eenige Stichtelijke Gedichten in het licht en wijders nog eene menigte theologische werken Ga naar voetnoot1 die niemand tegenwoordig meer inziet. Zijne bijvoegsels tot hoogstratens Zelfstandige Naamwoorden, in 1733 uitgegeven, zijn in den vijfden en zesden druk van dit nuttig werk op derzelver plaatsen ingevoegd. |
|