[Bartholomeus Hulsius]
Hulsius (Bartholomeus) wordt, op den
titel van een na zijn' dood in het jaar 1642 te Amsterdam
voor
crispin de pas gedrukt werkje, getiteld:
Den Onderganck des Roomschen Arents door den Noordschen
Leeuw, genoemd ‘Dienaer des God. W.’ zonder meer: wij
weten dus niet of hij Luthersch, Gereformeerd of Doopsgezind Predikant geweest
is, zoo min als in welke stad of dorp van ons vaderland. Het werkje is
zeldzaam, en te meer merkwaardig, om dat lichtenbergs voorspelling
Ga naar voetnoot2 in hetzelve gevonden wordt, over welke | |
onze
Arend Fokke, Simonsz. eene geleerde
verhandeling heeft uitgegeven
Ga naar voetnoot1. Hetzelve
bevat negenentwintig zinnebeelden, gegraveerd door voornoemden crispin de pas,
toepasselijk op de overwinningen en den dood van den Zweedschen Koning gustavus
adolphus, met verklaringen in proza en rijm, geheel in den smaak der LVII
Morale SinneBeelden van
j. barbonus op Prins frederik henrik, een
jaar te voren gedrukt
Ga naar voetnoot2.
|
-
voetnoot2
- ‘Naer de voorsegginghe,’ heet het
aldaar blz. 90, ‘ Joannis Lichtenberg, seer vermaert in de
Astronomy, in sijn tijdt Cartuyzer monick, soude het niet oneygen sijn dat de
Koningh van Vranckryck sijn voeten sette op de Throon des Keyserdoms, ofte ten
minsten om verkoren te worden tot een beschermer van 't Duytsche Rijck; want
hij verklaart in 't 16 Cap. sijner voorsegginghe, dat uit de Fransche Annalen
wordt gesegt, dat een van de naesaten Caroli Magni sal sitten op den
stoel des Roomschen Keysers.’ Deze voorspelling nu van lichtenberg,
omstreeks het jaar 1488 gedaan, heeft hulsius op deze wijze in rijm gebragt;
Wanneer den Arent sich sal aen de Lely binden,
Dan sal men haest de val van 't weeligh Rome vinden,
De Vranken Koning dan sijn vleugels soo ver reckt,
Dat hy gansch Duytsland voor Bescherremheer verstrekt.
De Vorsten, die in 't Noord, en naer de Middag woonen,
Die sullen, tot sijn wil, gewilligh sich vertoonen.
Dan sal een yder met verwonderen besien,
Wat vreemde dingen dat in 't Duitsche rijck geschiên.
De Kerken, die dus lang in dwangh besloten waren,
Zijn vry, men hoort er weer het suyvere verklaren
Van 't heylighe gheloof: de Pausselijcke macht
Is uyt, en door gods roê gheheel tot niet gebracht.
Dan sal de Tooren van Kastiliën oock beven:
Hier komt de kloeke Leeuw sijn heyligh Boek ons gheven.
Nu trilt een machtigh Huys en waggelt tot een val,
Dan roept men heel verheucht, 't is vrede overal.
Onderganck des Roomschen Arents, blz. 91.
-
voetnoot1
- Prognosticatie, van johannes lichtenberg,
Kathuizer monnik van de XVe eeuw, met aanmerkingen uitgegeven door a. fokke,
Sz. te Amsterdam, bij
j. van der hey, 1810.
-
voetnoot2
- Zie over dit zonderlinge boekje ons I Deel. blz.
218.
|