Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 3 HAE-IPE
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 313]
| |
[Peter Lodewyk van Hooghstraten]Hooghstraten (Peter Lodewyk van), lid van de rederijkkamer De Peoene, te Mechelen, was misschien wel de minste der broederen. Op thieulliers Porphyre en Cyprine maakte hij een clinckdight, uit welks slot men den inhoud van dat stuk en zijn' erbarmlijken dichttrant tevens leert kennen: Siet hier hoe gierigheyt Cyprin' verlaten doet
Den getrouwen Porphyr', die daer naer deur voorspoet
Ryck wort, haer vient getrout met Brancil': dies fijn leuen
Hy hem seluen beneemt, en sy het heur daer naer.
Dit schrijft der Musen vrient soo sin-rijck, cloeck, eerbaer
En stichtig, dat hem elck de louren-croon sal geuen
Ga naar voetnoot1.
|
|