[Johannes Hilarides]
Hilarides (Johannes), Conrector der
Latijnsche schole en boekverkooper te Dokkum, gaf in 1694
te Franeker eene gerijmde vertaling in het licht der Fabelen van
phaedrus, die hij in het volgende jaar
zelf herdrukte, met bijvoeging van zeker gedicht, getiteld: Uithangbord van
johannes hilarides, als burger en boekverkooper in de Hoochstraat te
Dokkum. Dit uithangbord was aan de eene zijde beschilderd met een' bijbel
met hoeken en sloten, en aan de andere met eene hand, houdende vijf
speelkaarten, vertoonende het toen sterk in zwang zijnde spel,Lanterlu
genaamd, en daar onder de woorden: ‘Een schoone.’ Dit uithangbord
gaf groote ergernis, zoodat hij daarover in ongelegenheid kwam, en de regering
er zich mede bemoeijen moest, waarom hij over de zijde waar het kaartspel stond
eene gevlochten mat liet hangen. Dit belagchelijk geval gaf hem aanleiding tot
het opstellen van het bovengemeld gedicht, met bijvoeging van eene koperen
plaat, verbeeldende de beide zijden van het reeds beschreven uithangbord, de
hand met kaarten bedekt door een opligtend plaatje, eene mat verbeeldende. In
dit gedicht verdedigt hij het kaartspel, beklaagt zich over de genomen
ergernis, en verklaart dat zijn oogmerk enkel was aan te duiden, dat hij zoo
wel speelkaarten als bijbels verkocht, hetgeen alle boekwinkeliers doen, zoo
dat hij geene reden zag
Om 't geen men vrij verkoopt niet vrij in 't bord te setten.