Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 3 HAE-IPE
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |
[Johan van Heemskerk]Heemskerk (Johan van) Ga naar voetnoot1 werd geboren te Amsterdam in 1597 uit een oud deftig en aanzienlijk geslacht, Ga naar voetnoot2 de beroemde Admiraal jacob van heemskerk Ga naar voetnoot3 was zijn neef, en ook was hij met hugo de groot vermaagschapt. Zijne eerste opvoeding genoot bij te Bayonne, en oefende zich vervolgens van 1617 tot 1621 aan de Leydsche hooge schole in de regtsgeleerdheid. Vier jaren besteedde hij met het doorreizen van de voornaamste landen van Europa; te Bourges werd hij tot de waardigheid van meester in de regten bevorderd, en sleet den zomer van 1624 te Parijs, aan het huis van hugo de groot. Na zijne terugkomst in het vaderland verkoos hij 's Hage tot zyne woonplaats, en verwierf als regtsgeleerde aldaar veel roem. In 1628 tot advokaat der Oost-Indische Compagnie aangesteld zijnde, vertrok hij met drie bewindhebbers naar Engeland, om de gerezen geschillen met de Engelsche Oost-Indische Compagnie te vereffenen. Na zes jaren kwam hij in 's Hage te rug, en hervattede de praktijk. Vervolgens vestigde hij zich te Amsterdam, alwaar hij in 1640 Schepen werd. Vijf jaren daarna werd hij benoemd tot Raadsheer in den hoogen raad, welken post hij tot zijn' dood toe bekleedde, die voorviel in het jaar 1656. | |
[pagina 108]
| |
Bij zijne echtgenoote, alida van beuningen, zuster van den beroemden Amsterdamschen Burgemeester koenraad van beuningen, liet hij vier zonen na, die zich allen hunnen verdienstelijken vader waardig gedroegen, en door wie van dit aanzienlijk, deftig, geleerd en heldhaftig geslacht nog op heden afstammelingen in wezen zijn. Lang was heemskerk bekend en beroemd als de schrijver der bevallige Batavische Arkadia, die voor de eerste maal te Amsterdam in 1637 verscheen, Ga naar voetnoot1 en sedert verscheiden malen, in 1648 reeds voor de vijfde, en het laatst nog in 1756 in 's Hage herdrukt is geworden. Soeteboom, van den bos, den elger, gargon, bruin, willink, en misschien nog anderen, en daaronder ook le francq van berkhey, hebben hem tot hun model gekozen bij het opstellen van dergelijke werken; doch geen hunner is het gelukt hem in vernuft en bevallige naïfheid, zelfs bij het behandelen van ernstige en geleerde zaken, nabij te komen Ga naar voetnoot2, veel min te overtreffen. Een speelreisje van eenige jonge lieden uit 's Hage naar Katwijk geeft den schrijver aanleiding om op de geestigste wijze de gesprekken der reisgenooten te doen loopen over onderwerpen van oudheid, de geschiedenis, regtsgeleerdheid en dichtkunst, en daarmede op de aardigste wijze de galanterie te verbinden. | |
[pagina 109]
| |
Wij zouden ongetwijfeld uitvoeriger zijn over dit bevallig ingekleed, even zoo geleerd als vernuftig geschreven werk, en een paar der aardige, dicht- en zangstukjes daaruit mededeelen, doch de Hoogleeraar siegenbeek heeft onze tijdgenooten reeds daarop opmerkzaam gemaakt Ga naar voetnoot1. Alleen zullen wij nog aanmerken dat hij in dit werk de eerste wenken gegeven heeft ter afschaffing van de pijnbank, der verbeurdverklaring van goederen en der uitzinnige heksenprocessen. Ook als dichter, en vooral als lieftallig minnedichter, bezit heemskerk uitstekende verdiensten; dezen aan te toonen zou ons insgelijks een streelend genoegen zijn, dan zulks is reeds op zulk eene uitmuntende wijze door den Heer scheltema met bijgebragte voorbeelden verrigt Ga naar voetnoot2, dat wij ons eene onnutte taak zouden opleggen niet alleen, maar dezelve ook in lang zoo goed niet zouden uitvoeren. Hij heeft ook eene vertaling geleverd van corneilles beroemden Cid, die in 1641 is uitgegeven; doch het dichterlijk vertalen was minder zijne zaak. Den schralen roem, dien feitama en zijne school naderhand met het vertalen van Fransche treurspelen verworven hebben, kon een genie als dat van heemskerk gemakkelijk ontbeeren. |
|