Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Willem Goedschalk van Focquenbroch]Focquenbroch (Willem Goedschalk van) Ga naar voetnoot2 was een Amsterdammer van geboorte, die in het midden der zeventiende eeuw bloeide, en geneesheer van beroep, doch die, wegens zijne losse levenswijze, weinig opgang met zijne praktijk maakte, weshalve hij omstreeks 1666 zijne fortuin aan de kust van Guinea ging zoeken. Hier schreef hij op het kasteel St. George Delmina zijn blijspel De Min in 't Lazarushuis, hetwelk te Amsterdam in | |
[pagina 309]
| |
1674 in het licht verscheen, en sedert genoegzaam jaarlijks, tot in onzen tijd toe, aldaar op de kermis met allerhande zotte en laffe bijlapselen is vertoond geworden. Focquenbroch gold in zijn' tijd voor een' geestig' en boertig' dichter, als men onbeschofte straattaal en ontuchtige bordeelzetten geestigheid en boert noemen mag. Wij willen ons papier niet bezoedelen met voorbeelden van zijne morsige rijmen aan te halen; de lezing van een paar bladzijden van deze zoogenaamde boertige gedichten, die abraham bogaert, bij elkander verzameld en in 1696 te Amsterdam heeft uitgegeven Ga naar voetnoot1 is een waar vomitief voor elk die eenigen smaak en gevoel van het welvoeglijke heeft; desniettegenstaande hebben wij echter den derden druk der excrementeuse geuren van focqenbrochs Thalia voor ons, die zeker in 1766 nog aftrek vonden! |