Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Gilbert de Flines]Flines (Gilbert de), gesproten uit een oud adelijk, voor zoo ver men weet, sedert bijna zes eeuwen te Doornik gevestigd geslacht, was de oudste zoon van philip de flines uit diens tweede huwelijk met agatha steyn; hij werd geboren te Amsterdam, den 19 Februarij 1690, en overleed te Londen, den 25 December 1749. In 1711 kwam te Amsterdam van hem in het licht Bygedichten op de Zinnebeelden, getrokken uit q. horatius flaccus, naar de geestryke vinding van otto vaenius Ga naar voetnoot1. Een zijner naneven uit een' anderen tak, de Heer Mr. q. de flines Ga naar voetnoot2, | |
[pagina 307]
| |
heeft in 1797 dit werkje voor de familie doen herdrukken. De verzen zijn voor dien tijd zeer vloeijende, en de daarin vervatte denkbeelden kenschetsen een goed vernuft en schrander oordeel; bij voorbeeld: 10. Amor Virtutis.
De liefde der deugd. Zo gy, uyt vrees voor straf, en niet uyt vrees voor zonden,
Van schatten u onthoud, die aan uw zorge staan,
Is uw schynheil'ge deugd geen achting waard bevonden,
Schoon daar geen diefstal is, het schelmstuk is begaan.
De vroome zal het quaad, om dat het quaad is, laten,
En, uyt deugtlieventheid, de schelmeryen haten
Ga naar voetnoot1.
84. Ne quid ultra virus coneris.
Bestaat niets boven uwe macht. Bestaat niet, zonder macht, ligtvaardig iets te aanvaarden,
Opdat gy u niet ziet bespot, beschimpt, belacht,
Behoud den staat, dien gy gewoon zyt op deze aarde,
Zo ziet ge uw doen niet ligt tot ydelheid gebracht.
Wilt gy u krachteloos iets wichtigs onderwinden,
Gy zult hier in u zelf het meest bedrogen vinden
Ga naar voetnoot2.
| |
[pagina 308]
| |
In 1719 leverde hij den Amsterdamschen schouwburg een oorspronglijk blijspel, De Ontrouwe Voedster, getrokken uit den Diable boiteux van le sage. De vinding en schikking van dit blijspel is niet onaardig, doch de stijl geheel onvoegzaam en gezwollen; bij voorbeeld, eene taal als deze is in het blijspel niet te dulden: Gy weet, myn staat is hooggeächt, gesien, geëert,
Dat my de Koning ook hier aan syn hof waardeert,
Dat 't jufferschap alom wel naar die gunst sou hoopen,
Als ik myn vryheid, voor haar vryheid, wou verkoopen,
En hechten hart aan hart, door Hymens heilge trou
Voor Venus hoog altaar in Paphos kerkgebou
Ga naar voetnoot1.
Asselyn, bernagie en langendyk hadden toch in dien tijd reeds proeven van een' geheel anderen blijspeltoon gegeven, dien een man van smaak gelijk de flines zich ten voorbeelde had kunnen nemen. |
|