Mijnheer Wildevank vertrok diep teleurgesteld. Evi stond voor het raam en zag hem na. Hij keek niet, zooals anders, nog eens naar boven, toen hij aan den overkant was, hij liep voort met een ernstig, misnoegd gezicht, zijn stap lang niet zoo opgewekt en veerkrachtig als gewoonlijk.
Zooveel leed had Lachebekje in haar leven nog niet gekend. Haar vader vertrouwde niet meer op haar, hij geloofde haar niet langer!
Toen hij den hoek was omgeslagen zonder nog eens, al was het ook maar even, naar haar op te zien, om haar goedendag te knikken, had ze een gevoel of alle vreugd voor altijd voor haar verloren was.
Ze huilde niet. Stil sloop zo naar boven naar haar klein kamertje. Met een hart, zwaar van droefheid, zette ze zich aan haar werktafeltje neer. Ze begon het pakje boeken los te maken, dat ze van school had meegebracht.
Vijf en twintig sommen moest ze in de vacantie uitrekenen. Maar daaraan kon ze niet beginnen. Haar hoofd voelde zoo leeg en raar.
Ze had ook nog thema's te maken, die zouden beter gaan, als ze het langzaam aan deed,