Krullebolletjes(1896)–Tine van Berken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] [pagina 7] [p. 7] Tol betalen. Klein Doortje had haast, ze moest gauw weer naar huis, Ze was er maar eventjes uitgeloopen, Om appels bij Tante voor Pop te koopen, Want Popje was ziek, en 't zat heel alleen thuis. Maar toen zij al over het bruggetje was, Toen stond zij opeens voor twee sterke knapen, Eén had er een knoestigen stok voor wapen En de ander riep: ‘Halt! wij versperren den pas!’ Dat was nu voor Doortjen een vreeslijk geval! ‘Och, laat me toch, Popje heeft pijn in 't lijfje, Ze huilt al zoolang om een appelschijfje!’ - ‘Neen,’ riepen de jongens, ‘dat geeft niemendal! Eerst tol ons betalen, of hier blijven staan!’ Nu lachten haar oogjes opeens weer vroolijk. ‘Wil je elk dan een appeltje?’ vroeg zij oolijk, ‘En mag ik dan gauw naar mijn Popje toe gaan?’ Een oogenblik keken de jongens nu blij; Die appeltjes hadden zoo'n heerlijk kleurtje! Maar 't was toch van Doortje, dat bellefleurtje, En - zonder betalen kwam Doortje nu vrij. Vorige Volgende